Door gastschrijver Antje von Graevenitz
*Arbeid, geld, creativiteit: 2016 lijkt het jaar van ‘antropologische‘ onderwerpen op tentoonstellingen. Wordt kunst dienstbaar gemaakt? Soms lijkt het erop, maar soms brengt de curator juist díe kunst bij elkaar, waarin deze betekenis al voorhanden is. Op de Biennale van Venetië werden vorig jaar alle delen van 'Das Kapital' (1867) voorgelezen, de klassieker van Karl Marx over het communisme. Van begin tot het - vrij late - einde. Niemand bleef er zolang bij, ervan kennis nemen zonder verdieping bleek genoeg. Hoewel deze gebeurtenis in het Arsenale plaatsvond, omringd door kunst, was van kunst geen sprake. Dat schiep enige verwarring.
Op de net geopende tentoonstelling ‘Das Kapital – Schuld, Territorium, Utopie‘ in Berlijn is Marx opnieuw aanwezig, dit keer ligt 'Das Kapital‘ in een vitrine. Je komt er niet omheen te constateren dat kapitaal als thema goede tijden doormaakt. Nog een voorbeeld: in Parijs heeft de Chinese kunstenaar Huang Yong-Ping in het kader van ‘Monumenta 2016’ onder de glazen koepel van het Grand Palais een grandioze installatie met op elkaar gestapelde containers gemaakt, waarover het reusachtige skelet van een draak/slang lijkt te kronkelen. Op een aantal containers staat met grote letters het woord ‘Capital‘. In analogie met de helse draak wordt Ping’s kritiek op de demon kapitaal duidelijk.
Ook de Manifesta 11 in Zürich blijft niet achter, hoewel hier de focus voornamelijk op het thema arbeid ligt. Overigens wel in relatie met kapitaal: de Berlijnse kunstenaar/curator Christian Jankowski bedacht als titel ‘What People Do For Money: Joint Ventures‘. Hoewel Zürich het onderwerp op meerdere locaties over de stad heeft verspreid en de gedachten er achter zo soms zoek blijven: het thema ‘liegt in der Luft‘.
Berlijn heeft de meest complexe en diepgaande tentoonstelling te bieden.
Aanleiding vormt het langdurige bruikleen van een centraal werk van Joseph Beuys ‘Das Kapital Raum 1970-1977‘(1980) door sponsor Erich Marx. Hij kocht het objectrijke ensemble dat vroeger in de Kunsthalle Schaffhausen te zien was. Zeer uiteenlopende objecten – een pianovleugel waar een bijl tegenaan leunt, ouderwetse filmapparaten, bandrecorders, een badkuip van zink en vijftig schoolborden met krijttekeningen en teksten die metershoog aan de achtermuur hangen - veel stof tot nadenken.
Op het grootste schoolbord staat maar een enkel woord: ‘Der Mensch‘. Het was Beuys te doen om creativiteit als menselijk vermogen, kortom diens kapitaal. „Men zal begrijpen“, verklaarde de in 1986 overleden kunstenaar, ‘dat het begrip creativiteit een begrip van vrijheid is‘. In zijn ogen was dát de belangrijkste economische factor. Hij zag er een belofte ter verlossing in. Kennelijk om die reden hebben de curatoren Eugen Blume en Catherine Nichols in de buurt ‘De Denker‘ geplaatst, een gipsen afgietsel van het originele beeldhouwwerk van Auguste Rodin uit 1881/83, een figuur melancholiek verzonken in diepste gedachten. Het werk doet denken aan een boektitel van Georges Steiner: ‘Waarom denken treurig maakt‘ (2006).
Net als Beuys zag Steiner in het denken het vermogen vrij te zijn. Maar aan de melancholie van overpeinzingen, zoals ook Dürer die in 1505 in een kopergravure verbeeldde, heeft Beuys zeker niet gedacht. Eerder komt het poëtische werk van Nelly Sachs in diens richting, waarvan een kleine uitgave uit 1959 ‘Flucht und Verwandlung' dichtbij in een vitrine ligt. Tegenover Rodins ‘Denker' kan men op een video de filosoof Martin Heidegger beluisteren, die in 1964 in een televisie-gesprek met een boeddhistische monnik vertelde dat de mens door middel van zijn taal het vermogen heeft om denkend in relatie met zijn 'Dasein’ te treden, anders dan alle andere schepsels op de wereld. Taal in relatie met wetenschap wordt door velen als een nieuwe vorm van religie beschouwd, stelde hij toen.
En zo ga je verder op zoek naar betekenissen: alles wat er is lijkt met elkaar in verbinding of niet, je maakt er maar zelf iets van, vindt gemeenschappelijke noemers, trekt analogieën.
De bezoeker begint zijn zoektocht zonder Beuys’ werk in de verte al te kunnen zien. Die word je niet makkelijk gemaakt, elk object komt haast uit het niets ‘vallen’. Je valt van de ene verbazing in de andere en moet je afvragen: wat heeft dit nu weer met ‘Das Kapital’ te maken?
Het nadenken is een heel werk terwijl je je slingerend door nauwe tussenruimtes langs schilderijen, video’s, voorwerpen, gevulde én lege vitrines (ook die zijn namelijk kapitaal, vinden de curatoren, omdat ze niet meer nodig zijn en weggegooid moeten worden, terwijl men dat in Berlijn erg jammer vindt!) naar Beuys’ hoofdwerk moet bewegen. Daarbij komt men vele trouvailles tegen: de tentoonstelling begint met Peter Buggenhouts schilderij: ‚De blinde leidt de blinde’, een moderne adaptie van Peter Breughels meesterwerk over een averrechtse handeling van mensen met gebrek aan inzicht, die beiden ten val brengt.
Daarmee wordt de toon gezet: het eerste deel van de tentoonstelling toont in de sectie ‘Schuld‘ welke rol onvermogen, heidens geloof of aflaten in religie speelde. Ook bestraffing komt aan bod met – bijvoorbeeld - de boeien voor een slaaf, op zich een object zonder enige kunstwaarde.
In de afdeling ‘Territorium‘ verrast een video uit 2014 met Bob Dylan, die zingend werft voor producten van de Fa. Chrysler. Wie had dat kunnen bedenken. Verrassend in de derde sectie is ook de perceptie van een schilderij van Gerhard Richter uit 1970 dat alleen de zee voorstelt. Ze ligt er metalig grijs bij en de horizon lijkt eindeloos ver. Hangt het werk hier onder het trefwoord ‘Utopie‘ of omdat het oneindig duur is? Het roze boekje dat iedere bezoeker gratis overhandigd krijgt, waarin elk werk keurig wordt uitgelegd, blijft in dit geval stil. Misschien moet je constateren: gelukkig.
Zo blijft er zeer veel te denken over in deze half pedagogische tentoonstelling, die kunst (onder meer ook nog van Nauman, Warhol en Broodthaers) en voorwerpen uit vele eeuwen op een verrassend speelse wijze mengt en toch de wijsvinger steeds in de lucht lijkt te hebben. Naast het plezier van kijken wordt er veel te leren aangeboden. Vooral ‘met mezelf wil ik praten', schreef de filosoof Descartes eeuwen eerder: cogito ergo sum.
De expositie Das Kapital – Schuld, Territorium, Utopie‘ in het Hamburger Bahnhof Berlin duurt tot en met 6 november, Voor meer informatie: http://www.smb.museum