Zelfportret, Edgar Fenrhout (1912-1974), 1937, Rijksmuseum, aankoop met steun Knecht-Drenth Fonds
* In het Rijksmuseum worden – naast de vijf kabinetten van het Rijksprentenkabinet - ook de zalen met 20-ste eeuwse kunst- en geschiedenisobjecten geregeld gewisseld; foto’s en werken op papier kunnen nu eenmaal niet te lang aan licht worden blootgesteld. Ludo van Halem (conservator 20ste eeuwse kunst) en Harm Stevens (conservator geschiedenis) grijpen de wisseling altijd graag aan om nieuwe aanwinsten en bruiklenen te tonen. Sinds vandaag te zien: het zelfportret van Edgar Fernhout (1912-1974) dat het museum dit jaar kon aankopen dankzij steun van het Knecht-Drenth Fonds.
Fernhout schilderde zichzelf in 1937 in Alassio aan de Italiaanse Riviera. Daar werkte hij een aantal jaren omdat - naast het bijzondere licht - de renaissanceschilderkunst een grote aantrekkingskracht op hem uitoefende. De oude meesters, aldus Van Halem, leverden Fernhout het voorbeeld voor de huidskleur, de compositie en het landschap. Met het verdroogde vijgenblad op de achtergrond wilde de kunstenaar op de vergankelijkheid van jeugd en leven wijzen.
De variatie in de vernieuwde opstelling is groot. De komende maanden - onder veel meer – ook te zien: de ‘Oostzijdse molen aan het Gein bij maanlicht’, een werk van Piet Mondriaan uit 1903, een – op de achterpoten na - uit één plaat gegoten aluminium armstoel naar een ontwerp van Gerrit Rietveld (1888-1964), een fotoalbum van de Duits-Joodse Wachenheimers over het gezinsleven in Stuttgart rond 1932 (de periode voor de vlucht van de familie naar Nederland, het Rijks toonde bij de opening al de concentratiekampjas van Isabel Wachenheimer) en ‘KBHVN’, een spookachtige verbeeldingvan een vrouw van Cobra-kunstenaar Constant uit 1949.
Voor meer informatie: www.rijksmuseum.nl
Oostzijdse molen aan het Gein bij maanlicht, Piet Mondriaan (1872-1944), 1903, collectie Rijksmuseum
