'Cobra', denk je meteen bij het boek Brita Bakema: impressies van een levensreis. Brita Bakema - op 23 mei wordt ze tachtig jaar - schilderde haar leven lang kleurrijke, fantasievolle figuren. Het boek verscheen bij de opening van haar tentoonstelling in het Cobra Museum, door de corona-crisis helaas nauwelijks te zien geweest. Een mooie kennismaking, we kijken uit naar nog een expositie.
Lucie Th. Vermij
Brita Bakema’s werk is kleurrijk en fantasievol, overwegend in olieverf en gouache. Het is een abstract-figuratieve stijl vol symboliek. Zoals ook bij Cobra-kunstenaars staan spontaniteit en fantasie voorop, haar werk is wars van academieregels van het realisme, het ontstaat zonder vooropgezet plan. Bakema’s schilderijen vallen op omdat ze vooral vrouwfiguren verbeelden, wat blijft hangen is eerder een levensgevoel. ‘Schilderen was een vorm van communicatie met mijzelf over mijzelf en het leven. Het bood de vrijheid van ongebonden zelfexpressie en het plezier van de ontmoeting met het visuele toeval’, schrijft Bakema over haar schilderijen.
Wie was Brita Bakema? In dit boek leren we haar kennen als een veelzijdige vrouw wier levensgeschiedenis ingebed is in de Nederlandse kunstwereld. Ze werd geboren in 1941 in Rotterdam als kind van architect Jaap Bakema en beeldend kunstenaar Sia Bakema. De experimenteerlust van de Nederlandse bouw- en kunstwereld van de jaren vijftig kreeg zij met de paplepel ingegoten. Jaap Bakema drukte met zijn architectenbureau Van den Broek en Bakema een stempel op de wederopbouw van Rotterdam. Hij was onder meer verantwoordelijk voor gebouwen als ’t Venster, het Montessori-lyceum en de Rotterdamse bibliotheek, Sia Bakema was gespecialiseerd in enorme wandkleden, ook in de Cobra-stijl. Haar werk speelde een grote rol bij de aankleding van de binnenwereld van die grote projecten. Karel Appel werkte samen met beiden en was huisvriend.
Toen Brita op eigen benen kwam te staan, volgde ze eerst in Londen een opleiding als grafisch ontwerper. Haar eerste tentoonstelling – in Londen in 1961 - was een serie voorstellingen bij de pianosuite ‘Schilderijententoonstelling’ van de Russische componist Moessorgski. Voor deze reeks liet ze zich inspireren door de muziek en probeerde zich naar eigen zeggen los te maken van de beeldtaal van de Cobrakunstenaars. We zien prachtige gnomen en heksachtigen.
Na Londen nam ze de uitnodiging aan van Karel Appel om hem in Parijs te assisteren, waarbij ze ook schilderlessen van hem kreeg. Het jaar daarop nam ze les bij de Oostenrijkse kunstenaar Oskar Kokoschka in Salzburg. die in haar ogen spiritueler was dan Appel. ‘Terwijl de schilderijen van Karel Appel me een vrolijk gevoel gaven had Kokoschka’s Mandril bij het vrolijke kleurgebruik een magische diepte die de vrolijkheid van de kleuren relativeerde.’
Na een aantal jaren Hamburg keerde ze in de jaren zeventig terug naar Rotterdam. Ze vond emplooi als directeur van diverse organisaties die waren opgericht om schrijvers en beeldend kunstenaars te ondersteunen bij hun werk: de Rotterdamse Kunststichting, de Stichting Kunst & Bedrijf in Amsterdam, de Cosa (Stichting Centraal Orgaan voor het Scheppende Ambacht) in Delft en het Uitleencentrum Beeldende Kunst in Utrecht. Ze organiseerde veel kunstmanifestaties en was een spil in de kunstwereld.
Behalve tientallen mooie reproducties bevat het boek herinneringen aan haar jeugd, haar opleidingstijd, haar werkzame leven, ontmoetingen met kunstenaars en de reizen daarna. Het meest beklijven de afbeeldingen. Van begin jaren zestig zijn de aan het kubisme verwante schilderijen ‘Liefdespaar’, ‘Miseria’ en ‘Indiase godin’ het meest indringend. Daaruit spreekt veel passie, zowel in verbondenheid als in eenzaamheid. ‘Passa Continuo’ uit eind jaren negentig, dat voor het omslag gekozen is, laat een mooi beeld zien van een persoon – alleen in een stoel? - aan wie zo te zien veel leven voorbij is gegaan. Een schilderij dat ook raakt is ‘Troostvogeltje’, waarbij een treurende ietwat excentrieke figuur wordt getroost door een vogeltje. Het gelukkigste werk is ‘Met de glimlach van een luchtspiegeling’ uit 2012, waarop een vrouwspersoon in zee lijkt te dobberen. Dit oeuvre laat een vrouw zien die hemelhoog en in diepe dalen heeft geleefd en die cruciale momenten in vorm en kleur op doek heeft gegooid. Had haar werk graag in het echt gezien, maar het boek was een mooie kennismaking.
Brita Bakema, Impressies van een levensreis, € 34,50, uitgeverij Komma, 2020