* Anita Walsmit Sachs, hoofd van de tekenkamer van het Herbarium van de Rijksuniversiteit Leiden, signaleerde een jaar of tien geleden bezorgd dat het aantal professionele botanisch tekenaars in Nederland terugliep. Om het tij te keren startte ze cursussen in de Hortus Botanicus in Leiden. Het enthousiasme, ook van amateurs, was groot. Van het een kwam snel het ander: in 2006 werd de Vereniging van Botanisch Kunstenaars Nederland opgericht. Voor de expositie ‘Botanische Kunst – Een bloemrijke wetenschap’ heeft het Noordbrabants Museum meer dan zeventig werken van leden van de vereniging geselecteerd.
‘Werkend lid’ word je alleen na ballotage, wie de definitie van botanische kunst op de verenigingssite leest, begrijpt waarom: ‘Een botanische tekening of schildering van een plant toont een gedetailleerde en wetenschappelijk verantwoorde weergave van een plant of delen van een plant, met aandacht voor de specifieke kenmerken die de plant van de andere onderscheidt. De afbeelding kan een prototype of een portret van een individuele plant zijn.’ Uit de losse pols een goed gelijkende tekening van een mooie bloem kunnen maken verdient ook lof, maar is voor zo’n lidmaatschap niet voldoende.
De hedendaagse botanisch kunstenaar bouwt voort op een eeuwenoude traditie die teruggaat op de eerste helft van de zestiende eeuw. Op de site wordt – onder veel meer - herinnerd aan de tijd van de ontdekkingsreizen: ‘Planten uit Azië die niet levend naar Europa konden worden verscheept moesten ter plekke getekend en geschilderd worden. Zaden, gedroogde exemplaren e.d. werden dan meegestuurd. (…)Vaak liet men plaatselijke kunstenaars de planten tekenen en kleuren, waarna ze in Europa werden gecorrigeerd, verfijnd en vervolgens vertaald in gravures, etsen of lithografieën zodat er grotere oplages gemaakt konden worden.’
Ondanks de schier grenzeloze potenties van de fotografie, wordt botanische kunst ook anno 2015 nog altijd gemaakt voor wetenschappelijke doeleinden. Bijvoorbeeld om met een veldgids of flora bij de hand een plant correct te kunnen determineren. Foto’s van planten zijn een uitstekende aanvulling, maar, aldus de site, ‘alleen in een tekening kunnen details helder weergegeven worden, beschadigde delen gerepareerd en kunnen precies die details naar voren gehaald worden die de wetenschapper het belangrijkst vindt’.
Het Noordbrabants Museum vulde de tentoonstelling aan met werk uit de eigen collectie. Daaronder tekeningen van Gerard van Spaendonck (1764-1822), een Tilburger die aan het hof van de Franse koning Lodewijk XVI werkte. Hedendaagse kunstenaars als Erik Andriesse, Paul den Hollander en Arjan van Arendonk completeren het feest van de natuur in Den Bosch.
De expositie ‘Botanische Kunst – Een bloemrijke wetenschap’ in het Noordbrabants Museum duurt tot en met 13 december. Voor meer informatie: http://www.hnbm.nl en http://www.botanischkunstenaarsnederland.nl.