* In een interview dat Hannah Rothschild recent met Frank Auerbach had, veronderstelde ze dat de kunstenaar het niet makkelijk zal vinden nu in de Eregalerij van het Rijksmuseum te exposeren. Zes schilderijen van Auerbach (Berlijn, 1931, voor de Tweede Wereldoorlog op tijd door zijn ouders naar Engeland gestuurd) hangen daar de komende weken tegenover vier werken van Rembrandt, waaronder wereldberoemde iconen als Het Joodse Bruidje en De Staalmeesters. Als vervolg van presentaties over kunstenaars die inspiratie vonden in de collectie (Miró & Jan Steen; Anselm Kiefer & De Nachtwacht), verwacht directeur collecties Taco Dibbits dat Auerbach en Rembrandt ‘een dialoog aangaan’.
Rothschild constateert dat er tussen beide kunstenaars zeker parallellen zijn: een voorliefde voor dikke verf en gebruik van aardkleuren en een obsessieve werkdrift. Auerbach – hij geeft zelden interviews, hij besteedt zijn tijd liever aan het perfectioneren van zijn werk – bekende Rothschild dat hij zich naast grootheden als Michelangelo, Rubens en Rembrandt nietig voelt. ,,Maar schilderen heeft zijn eigen code van eer: het is ons ‘slagveld’. Als je iets niet blijft proberen in de schaduw van deze groten, is álles nutteloos.’’
Begin jaren zestig raakte Auerbach – met Lucian Freud en Francis Bacon gerekend tot de beste Britse schilders van na de Tweede Wereldoorlog - volgens de expositie gefascineerd door de manier waarop Rembrandt ‘onomwonden de rauwe kern van zijn onderwerpen vastlegde’. De kunstenaar ‘doet hetzelfde, op geheel eigen wijze’ en Rembrandt weet hem nog altijd te ontroeren. Auerbach zelf aan het woord in de Eregalerij: ‘Goede schilderijen vallen de werkelijkheid aan vanuit een onbekende invalshoek. Ze werken oprecht en op een bepaalde manier rauw en weerzinwekkend, verontrustend en schurend en kloppen niet.’ Dat geldt zeker voor de ‘ruwe werkelijkheid’ van de superieure landschappen en portretten die nu in het Rijksmuseum zijn te zien.
Maar zijn de werken van Rembrandt – naast de al genoemde ook Zelfportret als Apostel Paulus en Titus is monniksdracht – dat ook? Is een dialoog tussen deze kunstenaars wel mogelijk? Bij zoveel moois van beiden zijn deze vragen breinbrekers die eigenlijk geen oplossing hoeven. Auerbach intussen tegen Rothschild: ,,Of ik de Eregalerij waard ben? Dat ga ik in elk geval niet zélf beoordelen.’’
Voor meer informatie: www.rijksmuseum.nl. Zie voor het interview van Rothschild met Auerbach: http://www.telegraph.co.uk