*Auguste Léon fotografeerde in 1910 een pas getrouwd echtpaar in het Zweedse Karinberget in kleur, mogelijk gemaakt door een uitvinding waarvoor de gebroeders Lumière in 1903 octrooi hadden aangevraagd: de autochrome. Met glasplaten waarop minuscule aardappelzetmeelkorreltjes waren aangebracht in de primaire kleuren rood, groen en blauw, kwam er een eind aan het tijdperk dat het nog alleen mogelijk was de wereld in zwart-wit vast te leggen. De schatrijke Franse bankier Albert Kahn greep de uitvinding aan voor een project dat de wereldvrede moest bevorderen: vanaf 1908 stuurde hij fotografen op pad om overal ter wereld volkeren te vereeuwigen voor zijn Archives de la Planète. Onbekend zou dankzij kleur niet langer onbemind zijn. Zijn archief omvatte tenslotte 72.000 autochromes, nu ondergebracht in het Musée Albert-Kahn in Pariijs.
Het Allard Pierson Museum toont de komende maanden een fascinerende dwarsdoorsnede uit die enorme collectie: in 1913 wandelen we door een straat in de joodse wijk van Wenen, ontmoeten broodhandelaren op de markt van Sarajevo in Bosnië-Herzegovina, nemen een kijkje in een smederij in Priznen, gaan naar de brug van Mostar die zo jammerlijk werd vernietigd tijdens de laatste burgeroorlog en reizen naar Mongolië. En zo voort en zo verder. Als de Eerste Wereldoorlog eenmaal is uitgebroken, laat Kahn ook het failliet van zijn idealisme in beeld brengen.
De expositie – resultaat van samenwerking met het LVR-Landesmuseum in Bonn - omvat ook kleurenfoto’s die de Russische fotograaf Sergej-Prokoedin-Gorski in het tsarenrijk maakte. Mohamed Alim Khan, de emir van Buchara in Turkestan, kijkt in 1913 nog trots in de lens, ook zijn rust zou gauw definitief worden verstoord.
Het Rijksmuseum zorgde in het Allard Pierson voor aanvulling uit de eigen collectie. Fotografie-conservator Hans Rooseboom laat in een themanummer van De Boekenwereld weten dat veel van de mooiste exemplaren (de haven van Volendam, een laan in Hoogkarspel, Olie’s pleegdochter Fifi in een bos, kinderen bij een boor op het strand) werden gemaakt door vooral ‘gewone’ amateurs die we niet of nauwelijks kennen uit de zwart-wit fotografie. Onder hen Jacob Olie jr, Jan Zeegers, Leendert Blok en J.H.A.M. Lutz. Beroepsfotografen hadden niet veel aan de nieuwe kleurenfotografie omdat klanten gewoonlijk één of meer afdrukken wilden hebben en dat was met autochromes niet mogelijk. De volgende stap in de ontwikkeling van de fotografie werd in de jaren dertig gezet: in 1935 bracht Kodak het eerste rolletje voor kleurenopnamen op de markt.
De expositie ‘De wereld in kleur. Kleurenfotografie voor 1918’ in het Allard Pierson Museum duurt tot en met 6 januari. Voor meer informatie: http://www.allardpiersonmuseum.nl