*Alweer een flink aantal jaren geleden staakten vuilnismannen tijdens een slepend cao-conflict. De stank van stapels vuilniszakken en rondslingerend ander afval was al gauw niet om te harden. De herinnering aan die walm kwam boven bij het kijken naar ‘Gezicht op de Oudezijds Voorburgwal met de Oude Kerk in Amsterdam’ van Jan van der Heijden (c.1670). Conservator Ariane van Suchtelen licht toe wat we zien in ‘Vervlogen – geuren in kleuren’, het boek bij de expositie die vanaf 5 juni eindelijk gezien kan worden in het Mauritshuis: een openbaar toilet dat rechtstreeks in de gracht loost, een straatveger die paardenmest op een hoop veegt, vrouwen die de was doen in het vieze water. De stank van de grachten was eeuwenlang een onoplosbaar probleem. Op de expositie kunnen bezoekers er een vleugje van opsnuiven met een geurdispenser. Kijken we na dat snuifje anders naar Van der Heijden? Voelt de Gouden Eeuw dichterbij? Museumkijker nam de proef op de som met een mini-geurpompje grachtenstank, zonder meer een fantasie prikkelende beleving.
Conservator Van Suchtelen bedacht het concept van de tentoonstelling. Daarbij is dankbaar gebruik gemaakt van de expertise van kunst- en geurhistorica Caro Verbeek, benadrukt directeur Martine Gosselink in haar voorwoord. Verbeek geeft inzicht in het uitzonderlijke vakmanschap van parfumeurs. In 2012 onderzocht zij bijvoorbeeld met ‘neuzen’ van de International Flavors & Fragrances in het Rijksmuseum harsen uit een achttiende-eeuwse miniatuurapotheek. De ‘neuzen’ bevestigden in enkele gevallen de resultaten van een gaschromatograaf, zoals bij mirre, vertelt Verbeek in het boek. In andere gevallen wón de menselijke neus. De gaschromatograaf gaf alleen een indicatie van een harssoort, de experts roken stellig de peperachtige harssoort ‘elemi’. Al even knap: de parfumeurs onderscheidden in een pomander van koningin Emma - een juweel in bolvorm dat dienst deed als geurverspreider - een combinatie van wierook, mirre en het warm-zoete ‘labdanum’.
Naast de grachtenstank reproduceerden de IFF-parfumeurs ook andere geuren die bezoekers corona-proof zullen kunnen ruiken: onder meer die van een schone linnenkast (bij ‘Binnenhuis met vrouwen bij een linnenkast’ van Pieter de Hooch, 1663) en bleekvelden (bij ‘Gezicht op Haarlem met bleekvelden’ van Jacob van Ruisdael, c. 1670-1675).
Volgens Verbeek is maar één op de drie mensen in staat zich een geur voor te stellen. Dat toont hoe belangrijk het kan zijn om de neus actief te ‘trainen’ zoals op de expositie met de geurdispensers. Waarom? Verbeek: ‘Geuren kunnen ons het gevoel geven in direct contact met een ver verleden te staan en tegelijk heel persoonlijke herinneringen oproepen. Het ruiken kan daardoor in belangrijke mate bijdragen aan onze beleving en voorstelling van het verleden.’ Kunst kijken is een intenser genot als we ons ook de geuren bij een verbeelde scène kunnen voorstellen.
Tijdens ‘De anatomische les van dr. Willem van der Meer’, in 1617 geschilderd door Michiel en Pieter van Mierevelt, zal het afschuwelijk hebben geroken, lijkenlucht wekt bij idereen weerzin op. Details op het schilderij laten zien waarmee de toeschouwers in het anatomisch theater zich wapenden tegen de stank: een brandend wierookstaafje, een kruidentakje, een lauriertakje, een geparfumeerde kaars en een vuurtestje met wierookdamp. De heren zelf zullen ook niet fris hebben geroken, lees het niets verbloemende hoofdstuk ‘Wel Rieckend’ in de zeventiende eeuw – over hygiëne en lichaamsgeuren’ van Rijksmuseum-conservator Bianca M. du Mortier. ‘Vervlogen - geuren in kleuren’ etaleert véél kennis die velen niet hebben, gaat dat zien.
‘Vervlogen – geuren in kleuren’ in het Mauritshuis: van 5 juni tot en met 29 augustus, tot 5 juni al online. Voor meer informatie: http://www.mauritshuis.nl
Het gelijknamige boek verscheen bij Waanders Uitgevers en kost 23,95 euro. Voor meer informatie: http://www.waandersdekunst.nl