*Van Freek Heijbroek, oud-conservator van het Rijksmuseum, verscheen eind vorig jaar bij Uitgeverij de Buitenkant ‘Max Liebermann in Amsterdam’, deel 2 van de serie '....in Amsterdam', hier lovend besproken. Deel 1 was in 2018 aan Rik Wouters gewijd. Museumkijker kende hem nog niet, maar bleek in goed gezelschap te verkeren. Toen Maria van Vollenhoven omstreeks maart 1915 bij Nic Beets, haar neef en onderdirecteur van het Rijksprentenkabinet, informeerde of hij iets van de schilder en beeldhouwer Rik Wouters wist, ('Hij heeft geëxposeerd te Venetië en te Londen en heet beroemd') moest hij het antwoord schuldig blijven.
Bij zijn eerste bezoek aan het echtpaar Wouters in Amersfoort raakte Beets meteen enthousiast en nam pen- en penseeltekeningen mee terug naar Amsterdam om zijn collega’s te laten zien. De bal ging rollen, in de korte tijd dat hij nog te leven had beleefde de kunstenaar in Nederland een bliksemcarrière.
Voordat hij in juli 1914 werd gemobiliseerd had Rik Wouters (1882, Mechelen – 1916, Amsterdam) in februari zijn eerste solotentoonstelling gehad bij galerie Georges Giroux in Brussel. Hij vocht bij Luik en vluchtte na de val van Antwerpen met zijn regiment de grens over. Nederland bewaakte tijdens de Eerste Wereldoorlog angstvallig de neutraliteit, militaire vluchtelingen werden geïnterneerd. Wouters kwam in (garnizoensstad) Amersfoort terecht en begin november 1914 in kamp Zeist. Zijn echtgenote Nel vond in september 1914 onderdak bij Haagse kunstvrienden en verhuisde na Riks komst naar een gemeubileerde kamer in Amersfoort.
Maria van Vollenhoven – van de Poll (1858-1928) - volgens Heijbroek zeer begaan met het lot van de Vlaamse en Waalse soldaten – had zitting in een steuncomité dat voor het welzijn van de duizenden geïnterneerden was opgericht. Op ‘Sparrendaal’, haar achttiende-eeuwse buiten in Driebergen, ontving ze maandelijks twintig van hen, onder wie Wouters. Nic Beets – zijn vader en moeder in Nederlands-Indië – was daar opgegroeid. Hij studeerde rechten in Utrecht en promoveerde, maar koos voor de kunst, allereerst als volontair bij het Rijksprentenkabinet, in 1912 volgde zijn benoeming tot onderdirecteur.
Kapitein J.C. Stoett, hulpcommandant van de legerplaats Zeist, polste Beets op 10 mei 1915 of hij een mogelijkheid zag ‘tot het tewerkstellen van den schilder aan het Rijksmuseum bijvoorbeeld, opdat deze tot zijn vredesarbeid terugkeere, onder Uwe garantie voor z’n goed gedrag en voortdurende aanwezigheid in A’dam’. De collega’s en welgestelde kunstliefhebbers in het netwerk van Beets, zorgden ervoor dat Wouters onbelast door geldzorgen aan het werk kon op de bovenste verdieping van de 3de Kostverlorenkade 37. Het uitzicht over de Kostverlorenvaart en Overtoomse Sluis – menigmaal met Nel op de voorgrond – verbeeldde hij graag. Altijd feestelijk kleurrijk, bij Wouters was het nooit slecht weer. Hij zou van 1 oktober tot en met 31 december nog een solo-verkooptentoonstelling in het Rijksmuseum meemaken en vanaf 22 januari 1916 een soortgelijke expositie in het Stedelijk Museum.
De kunstenaar vertelde op 22 januari 1916 in een interview in het Algemeen Handelsblad aan Maria Viola: ‘Prachtstad hier, ik leef er gelukkig, als God me gezondheid geeft, dat ‘k kan bezig blijven…’ Het mocht niet zo zijn: Wouters overleed op 11 juli 1916 in het Prinsengrachtziekenhuis na drie operaties aan kaakbeenkanker. Velen waren op 15 juli op de been voor zijn begrafenis, in dag-, week- en maandbladen verschenen lovende in memoriams. Onder meer in De Nieuwe Amsterdammer, waarin Aart Pit het ‘te vroeg verscheiden van een jong kunstenaar in de volle kracht van zijn scheppend vermogen’ betreurde.
Evenals 'Max Liebermann in Amsterdam' is ‘Rik Wouters in Amsterdam’ voorbeeldig geïllustreerd en aanlokkelijk mooi gezet en opgemaakt. Heijbroek is een bevlogen auteur, hij houdt van 'zijn' kunstenaars, er komt vast een derde deel.
J.F. Heijbroek, Rik Wouters in Amsterdam, 2018, Uitgeverij De Buitenkant, 18,50 euro
http://www.uitgeverijdebuitenkant.nl