Dromen staan centraal in het werk van de Grieks-Italiaanse schilder Giorgio de Chirico (1888-1978). De kijker wordt losgelaten op desolate Italiaanse pleinen met architectuur en beelden uit de antieke oudheid en in interieurs vol voorwerpen zonder onderling verband. Alsof je je in een onbegrijpelijke droom bevindt. De Chirico was de grondlegger van de metafysische schilderkunst en de inspirator van menig surrealist. Ook van de drie Belgische schilders René Magritte, Paul Delvaux en Jane Graverol. Hun werk is te zien is in het Museum voor Schone Kunsten in Mons/Bergen.
Door Lucie Th. Vermij
*In het Beaux Arts Museum (BAM) in Mons (Bergen), hoofdstad van de Waalse provincie Henegouwen, is momenteel de tentoonstelling: 'Giorgio de Chirico, aan de wieg van het Belgisch surrealisme' te zien. De Chirico, geboren in de Griekse stad Volos uit Italiaanse ouders, volgde zijn kunstopleiding in Athene, Florence en München en vestigde zich vanaf 1911 in Parijs. In zijn werk creëerde hij een dromerige tijdloze wereld die volkomen losstaat van realiteit en logica. De tentoonstelling is een samenwerking met het Museum voor Moderne Kunst van de stad Parijs, waar veel van De Chirico's werkt hangt.
Zijn schilderijen worden gekenmerkt door een grote raadselachtigheid en zijn stijl wordt wel de Pittura Metafisica of metafysische schilderkunst genoemd. Zonder dat hij het zelf nou meteen doorhad legde hij daarmee in Parijs de basis voor een van de belangrijkste kunststromingen in de 20e eeuw: het surrealisme. Zijn werk was zo anders dat een hele generatie kunstenaars erdoor van slag raakte. Hij inspireerde André Bréton en Salvador Dali en zoals we in deze tentoonstelling zien ook de Belgische surrealisten René Magritte (1898-1967), Paul Delvaux (1897- 1994) en Jane Graverol (1905-1984).
In deze tentoonstelling wordt het werk van De Chirico (44 schilderijen) steeds gepresenteerd naast dat van de drie Belgische surrealisten. De prachtige schilderijen van de lege Italiaanse pleinen uit de beginperiode van De Chirico zijn helaas in de minderheid. Meer is er te zien van willekeurig in landschappen geplaatste meubels en schilderijen. Van de Belgische evenknieën is steeds gerelateerd werk te zien. Paul Delvaux schilderde zijn hele leven al vrouwen, treinen, architectuur, antieke beelden en skeletten, maar nadat hij in 1943 het werk van De Chirico zag, kregen zijn schilderijen een dromerige laag. Hij was vooral geïntrigeerd door De Chirico's desolate pleinen en straten.
René Magritte ontleende aan De Chirico het thema van het schilderij-in-het-schilderij, een reflectie op het misleidende karakter van beeld. Net als De Chirico bracht hij elementen samen die niet samen hoorden. Beider werk lijkt speels, maar is gedrenkt in een filosofische achtergrond. Magritte zei in 1959 over De Chirico: ‘Hij is de eerste schilder die een schilderij iets anders laat vertellen dan wat het toont’.
De Brusselse surrealiste Jane Graverol kende ik niet, maar ik was onder de indruk. Haar vroege werk was meer realistisch, maar na 1945 waren haar leven en werk vooral verbonden met het surrealisme en toonden droomwerelden, soms claustrofobische sfeerbeelden. In hoeverre Graverol echt aan De Chirico schatplichtig is? In een interview heeft ze eens gezegd: 'De Chirico, die begreep ik direct.' De vervreemdende ruimtelijke sfeer, de eenzame aanwezigheid van de leegte, vinden we ook terug in het werk van Graverol. Haar schilderijen laten vooral vrouwen zien en daarmee biedt haar werk een mooie vrouwelijke invulling van het surrealisme.
Reeds begin jaren twintig keerde De Chirico terug op zijn schreden van het surrealisme naar het classicisme. Na de ramp van de Eerste Wereldoorlog ging hij op zoek naar de oorsprong van de westelijke beschaving. Zijn repertoire bestond daarna vooral uit dode stillevens, portretten, naakten en gladiatoren. Hij begon de deugden van het klassieke vakmanschap te propageren. Zijn voormalige collega-surrealisten namen hem dit niet in dank af en serveerden hem af als ’verrader’. Ze beschouwden hem als een reactionair, de windhaan van de moderne kunst die na 1919 niks interessants meer maakte. De Chirico bleef echter nog 60 jaar schilderen en ook dat werk is tentoongesteld. Niet alles is even interessant, zijn eerste periode is de spannendste. Maar het is zeer de moeite waard de schilderijen zo bij elkaar te zien.
Bij de tentoonstelling is een 25 minuten durende zwart/wit documentaire te zien waarin een guitige en schalkse De Chirico honderduit vertelt over zijn leven, werk en inspiratiebronnen. Helaas niet ondertiteld in het Frans.
De tentoonstelling 'Giorgio de Chirico en de Belgische surrealisten' is te zien tot en met 2 juni 2019.
Museum voor Schone Kunsten, Rue Neuve 8, B-7000 Bergen
(Beaux Arts Museum, Rue Neuve 8, B-7000 Mons)
Website: http://www.bam.mons.be/