* Het gezicht van de Egyptische farao Toetanchamon werd in zijn doodskist bedekt met een masker van massief goud dat maar liefst elf kilo woog. Het geïdealiseerde portret van de jong gestorven heerser - met zijn levendige ogen van edelstenen – vergaarde wereldroem nadat de Britse archeoloog Howard Carter diens onaangeroerde graftombe in november 1922 ontdekte in de Vallei der Koningen. Omringd door zo’n 1000 andere grafvoorwerpen schittert het masker de komende maanden op de Amsterdamse Zuidas. Allemaal replica’s, dat wel, maar toch goed voor een staaltje vernuftig museaal entertainment.
Het concept voor de expositie ‘Toetanchamon, zijn graf en zijn schatten’ – ingericht op de begane grond van het hoogbouwpand vlakbij Station Zuid waarin Amsterdam Expo is gevestigd – is bedacht door de Hamburgse projectontwikkelaar Paul Heinen, succesvol ondernemer in het nog betrekkelijk nieuwe genre van ‘edutainment’. Eerder ontwikkelde hij bijvoorbeeld een regenwoudhuis in Hannover en een biosfeer-locatie in Berlijn. Tentoonstellingen als die over Toetanchamon, bieden volgens hem nieuwe mogelijkheden voor ‘edutainment’ omdat ze – rondreizend en zonder bruiklenen – in elkaar gezet kunnen worden als kruising tussen museum en themapark.
De Duitse kunstenaar Wulf Kohl, die al ruim dertig jaar in Caïro woont, tipte Heinen zo’n jaar of tien geleden dat er in Egypte nog steeds ateliers bestaan waar het vakmanschap uit de oude Egyptische cultuur van generatie op generatie is overgeleverd. Heinen – al veel langer gefascineerd door het oude Egypte – kwam op het idee hedendaagse handwerkslieden niets meer of minder dan de héle graftombe van Toetanchamon na te laten bouwen.
Het was spannend, maar toen de eerste voorwerpen in 2004 in Hamburg arriveerden, bleek de kwaliteit van de replica’s hoog genoeg om het plan voor een wereldwijd rondreizende tentoonstelling vaart te geven. Producent werd Semmel Concerts en er kwamen sponsors. De wetenschappelijke onderbouwing vonden Heinen en Kohl intussen even belangrijk: de Toetanchamon-expositie moest nadrukkelijk géén oppervlakkig bling bling-verhaal worden. Valkuilen genoeg: de puissant rijke farao besteeg als negenjarige (in 1333 voor Chr.) de troon en stierf al rond zijn achttiende, wie weet zelfs na een moordaanslag door een jaloerse rivaal. Nadat Carter de graftombe had gevonden onder een enorme hoop zand – na 3300 jaar grafrust - kwamen ook nog eens geruchten boven drijven dat sterftegevallen om hem heen, waren terug te voeren op ‘de vloek van de farao’.
De wetenschappelijke staf – de Egyptologen Martin von Falck en Ingrid Blom-Böer – hebben voortreffelijk werk verricht. De – gratis – audiotour biedt een schat aan licht verteerbare informatie over de voorwerpen in de graftombe en de functie die ze in het dagelijks leven en in de eredienst vervulden. Van amuletten tot tronen en van juwelen tot wapens, het zachte licht van de Amsterdam Expo-ruimte doet eigenlijk meteen vergeten dat het hier om replica’s gaat. Ook wie meer wil weten, komt ruim aan zijn trekken: de tekstborden bieden een rijkdom aan nog weer extra details. Om de historische sensatie helemaal te vervolmaken: de ontdekking van Carter werd gefotografeerd door Harry Burton. Dat deed hij schitterend.
De expositie was eerder te zien in onder meer Seoul, Zürich, Boedapest, Hamburg, Barcelona, Madrid, Keulen, Manchester, Brussel, Parijs en Malmö en trok bijna vier miljoen bezoekers.
De expositie in Amsterdam EXPO (Gustav Mahlerlaan 24, Amsterdam) duurt tot en met 5 mei 2013. Voor meer informatie: www.amsterdamexpo.nl
Eerder verschenen in de GPD-bladen