Door Gerda J. van Ham
Fondation Custodia in Parijs toont het magnifieke overzicht van het grafische werk van de Zwitserse kunstenaar Gérard Palézieux (1919). Ik maakte kennis met deze graficus toen ik in 2001 een expositie over hem mocht organiseren in het Rembrandthuis. Ik zocht sponsors onder Zwitserse bankiers en farmaceuten, schreef teksten en stond de pers te woord. Zo maakte ik kennis met het al op leeftijd zijnde echtpaar Palézieux dat vanuit de Zwitserse Alpen met wandelschoenen en rugzak voor de opening op de stoep stond. En ook met zijn grafisch oeuvre, dat toen nog nooit buiten zijn geboorteland was getoond. Later schreef ik een brief om hem te bedanken voor zijn expositie en de genereuze schenking van al zijn tentoongestelde grafiek. Zelf heb ik een vroeg stilleven van hem gekregen. Daarna verdween Palézieux uit mijn leven. Ik bladerde nog wel vaak door zijn publicaties en keek elke dag naar zijn ets. Palézieux stierf in 2012. Herhaaldelijk deed ik navraag naar zijn nalatenschap, het echtpaar bezat geen kinderen. Ook in Vevey, waar ik vijf jaar geleden was, wist niemand wie zijn werk beheerde.
Mijn vreugde was groot toen Ger Luijten, directeur van Fondation Custodia, mij vertelde dat hij een overzichtsexpositie zou organiseren, samen met Peter Schatborn. Beiden zijn grafische experts par excellence, bezochten diverse keren het huis en atelier van Palézieux en waren diep onder de indruk van zijn eruditie en grafische technieken. Na de dood van het echtpaar inventariseerden Luijten en Schatborn zijn artistieke nalatenschap. Deze expositie en formidabele publicatie met vier cahiers in cassette vormt het sluitstuk van hun onderzoek.
Palézieux werkte in stilte in het afgelegen dorpje Veyras-sur-Sierre, midden in de Alpen. De pure natuur met besneeuwde bergtoppen, ontluikend groen of een mistige ochtendnevel waren voor hem een onuitputtelijke bron van inspiratie. Evenals het werk van Morandi, Seurat en de grafiek van Rembrandt en Hercules Seghers.
De Franse kunstcriticus Baudelaire schreef ooit in een beroemd geworden tekst dat het vervaardigen van grafiek een persoonlijke en zelfs aristocratische bezigheid was. Zijn tijdgenoot Delacroix, die beroemd werd met romantische schilderijen, liet zich ook uit over grafiek. ‘Bestudeer de grote klassieke meesterwerken en werk net zoals een beeldhouwer zijn beeld uit marmer hakt.’ Deze treffende beeldspraak is ook van toepassing op het grafische werk van Palézieux. Het etsen in een koperplaat vereist een gedisciplineerde werkwijze en een vooropgezet plan. De voorstelling wordt niet alleen vertaald in lijnen en vlakken maar ook in de tinten zwart, wit en grijs. Palézieux koos zijn onderwerpen behoedzaam en zorgvuldig. Het betreffen voor hem vertrouwde thema’s als het dal van het Rhône of de besneeuwde daken in zijn geboortestreek. Zijn stillevens bestaan uit een eenvoudige rangschikking van voorwerpen, zoals potjes en vazen die hij onder handbereik heeft. De inwerking van het licht op een vaas bestudeerde hij even indringend als de dichter zijn woorden kiest om het metrum niet te verstoren. De ets of litho wordt pas zichtbaar als hij onder de drukpers verschijnt, een moment van magie of teleurstelling. Palézieux werkte tot op hoge leeftijd vaak door tot diep in de nacht met ietwat gebogen rug onder zijn zolderraam. Hij werkte net zolang door tot hij zichtbaar tevreden was over het resultaat. En als het lukte was het bijna altijd toeval, gaf hij ooit toe aan een kunstcriticus van NRC.
Mirakel
Gérard de Palézieux werd in 1919 in het Zwitserse stadje Vevey geboren, nabij Montreux. Hij volgde de Ecole des Beaux- Arts in Lausanne. Tussen 1939 en 1943 verbleef hij in Florence en bestudeerde de grote meesters van de Renaissance. In Italië ontmoette hij Giorgio Morandi (1890-1964), die een grote invloed op zijn werk zou hebben. Vooral in zijn vroege stillevens en landschappen is die invloed duidelijk te herkennen. Deze etsen, die opvallen door hun hechte structuur van kruisarceringen, kenmerken zich door eenvoud en gevoeligheid. Palézieux bestudeerde in de grafiek van Morandi de wijze waarop vormen op elkaar inwerken onder specifieke lichtval, zoals mist, nevel, schemering, nacht, zon of schaduw. Hij kopieerde Morandi nooit letterlijk, maar onderzocht in zijn stillevens de meest elementaire vraagstukken. Vorm, lijn en tonaliteit bestudeerde Palézieux met een nauwkeurige precisie als van een Zwitserse horlogemaker. Hij onderzocht hoe het licht vrij spel heeft op de vorm en de vorm zelf kan absorberen. Tijdens de veelvuldige bezoeken aan Venetië kon Palézieux deze ontdekking letterlijk toetsen aan de realiteit. Hij koos de uitgestrekte lagune in plaats van spectaculaire silhouetten van kerken, paleizen en de campanile.
Op een van zijn etsen vaart in de verte een bootje langs een dukdalf in het zomerse middaglicht. Het eiland in de verte vervaagt in de zinderende lucht. De sfeer evenaart het magistrale openingsbeeld van de film Dood in Venetië van cineast Luigi Visconti. En ontegenzeggelijk hoor je naast het klotsende water, het adagietto uit de vijfde Symfonie van Gustave Mahler. ‘Het is een mirakel’, zei Palézieux. ‘Om die lucht zo speciaal te krijgen, heb ik de ets heel kort in het zuurbad gelegd. Daardoor is het zo subtiel geworden. Vervolgens heb ik de kleur toegevoegd en het bootje en de dukdalf.’ Palézieux voelde zich in Venetië meer aangetrokken door de grijstinten dan door de tegenstellingen van zwart en wit. Grijs is veel algemener en harmonieuzer legde hij uit in een interview met NRC - redacteur Michel Krielaars (2001). Het is niet gemakkelijk om een bepaald soort grijs te krijgen. Als je te hard op de etsplaat drukt wordt het inktzwart, als je te zwak drukt is het bijna niet te zien. Volgens Florian Rodari, een Palézieux-kenner, werkte de kunstenaar met een nagenoeg muzikale perfectie. Fijnproevers in de grafiek zoals Luijten en Schatborn zijn diep onder de indruk van zijn delicate technische vaardigheden.
Palézieux’ landschappen, stillevens, interieurs en stadsgezichten maken deel uit van een verstilde wereld vol melancholie. Verfijning en eenvoud domineren zijn werk. Op deze wijze kan de kunstenaar het wezen van de dingen doorgronden. In de besneeuwde landschappen of stadsgezichten komt de verfijnde eenvoud perfect tot uitdrukking. In ‘Besneeuwde tuinen in Sion’ vloeien de subtiele gradaties als een snoer parels in elkaar over. Een flonkerende techniek die Johannes Vermeer in herinnering roept met zijn camera obscura. De daken van de huizen en grillige boomtakken lichten op onder een vracht sneeuw. Soms lijkt het wel of hij de dwarrelende sneeuwvlokjes op het papier kon toveren.
Wie zoals hij en zijn vrouw geboren en getogen zijn te midden van dalen, ravijnen en bergketens, voelt zich thuis in de onherbergzame natuur. Evenals Cézanne werkte Palézieux zijn eerste impressies uit op de locatie zelf. Hij reed in zijn auto over de besneeuwde wegen totdat hij het weidse uitzicht zag dat hem boeide door het lijnenspel. Achter het stuur gezeten besprenkelde hij water over het papier en zette in forse penseelstreken de contouren uit. ‘Sur le motif’, zoals Cézanne die elke dag de top van de Mont Sainte Victoire bekeek en er nooit genoeg van kreeg. Opmerkelijk genoeg wordt de naam van Cézanne niet rechtstreeks in verband gebracht met het oeuvre van Palézieux. Toch is hij in zijn zoektocht naar de essentie in de natuur van gereduceerde vormen wel degelijk schatplichtig aan deze pionier van de moderne kunst. Cézanne imiteerde de werkelijkheid niet op een academische wijze maar reconstrueerde de natuur in lijnen en vlakken. Vooral de haaks op elkaar staande geëtste lijnen die in compositie diepte suggereren, refereren duidelijk aan Cézanne. ‘De natuur is moeilijk en ingewikkeld’, zei Palézieux, ‘je moet het simplificeren, zodat het wezenlijke blijft en het overbodige verdwijnt’.
Poëzie
In de jaren zeventig raakte Palézieux steeds meer geïnteresseerd in het weergeven van atmosferische effecten. Hij maakte een serie gedurfde experimenten die hem tot een van de grote vernieuwers van de grafische kunsten zou maken in de twintigste eeuw. In zijn zoektocht naar nieuwe expressiemogelijkheden fungeerde het werk van de 17de -eeuwse Hercules Seghers als bron van inspiratie. Tijdens zijn bezoek aan Amsterdam in 2001, mocht hij met zijn vrouw bij hoge uitzondering in het Rijksmuseum de etsplaten op de hand bekijken van Seghers. Volgens Peter Schatborn zou dat ‘het mooiste moment’ in zijn professionele leven zijn geweest.
Toen hij gebruik ging maken van de vernis mou en de suikeraquatint leidde dat tot schilderachtige effecten. Het betekende een omslag in zijn oeuvre. Deze ontwikkeling ging gepaard met een intensief gebruik van gekleurde inkten in combinatie met getint chine appliqué (papiersoort). Palézieux gebruikte de textuur en de kleur van het papier om speciale effecten te bereiken. Het helder geëtste lijnenspel van vroeger maakte plaats voor dromerige, ijle voorstellingen met parelend licht. Door de suikeraquatint lijken bomen zelfs op te lossen in de nevel. ‘Ik voelde me gevangen in mijn stijl en wilde meer atmosfeer en poëzie toelaten. Door andere technieken te gebruiken en minder strakke belijning, lukte dat’, aldus Palézieux. Zijn intenties zijn zuiver. Palézieux, die geboren werd in de tijd van het surrealisme en kubisme, is geen hemelbestormer of modieuze kunstenaar die zijn publiek wilde behagen. Symbolische verwijzingen of anekdotes komen niet voor in zijn vocabulaire. Palézieux’ werk is even zuiver als de vrieskou in de winterse Alpen.
Bij zijn laatste bezoek aan zijn zieke vriend Morandi legde hij een eenvoudig boeket bloemen op diens bed. De bloemen hadden als naam: de Onsterfelijken. Palézieux hoopte dat deze stille wenk door zijn leermeester zou worden opgemerkt. Uit dankbaarheid en respect voor Rembrandt, een van de allergrootste etsers uit de geschiedenis schonk Palézieux indertijd zijn tentoongestelde werk in het Rembrandthuis aan het museum. Een mooier slotakkoord was niet denkbaar. In de uitgebreide expositiezalen van Fondation Custodia, herleeft zijn verstilde werk voor mij, als dierbare herinnering. Wie naar Parijs afreist zal hier op adem kunnen komen. Puur esthetisch kijkgenot.
Palézieux, oeuvres sur papier, Hotel Lévis-Mirepoix, 121, Rue de Lille, t/m 15 december 2019, open: elke dag van 12- 18 uur, maandag gesloten. Catalogus: Palézieux, oeuvres sur papier, onder redactie van Florian Rodari en Ger Luijten, 4 cahiers in cassette, 49 euro, ISBN; 978 887439 9079.
Voor meer informatie: http://www.fondationcustodia.fr