* Toen Hendrik Valk (1897-1986) door Theo van Doesburg werd gevraagd om lid te worden van De Stijl - de kunstenaarsbeweging die hij in 1917 had opgericht in Leiden – koos Valk ervoor zijn onafhankelijkheid te bewaren. Zijn werk had genoeg raakvlakken met dat van Stijl-kunstenaars als Piet Mondriaan, Bart van der Leck en Van Doesburg zelf, maar Valk voelde er niet voor zich stilistisch aan uitsluitend de abstractie te binden. De expositie ‘Hendrik Valk. Tussen figuratie en abstractie’ in De Lakenhal toont het resultaat van deze principiële keus: geabstraheerd-realistische schoonheid die tot contemplatie en innerlijke rust stemt.
Het Leidse museum stelde de tentoonstelling samen na de recente schenking van ruim twintig tekeningen en schilderijen van Valks dochter Else. De Lakenhal heeft inmiddels een aanzienlijke collectie in huis: Else Valk deed ook schenkingen in 1997 en 2004, het museum kocht zelf met steun van de vriendenvereniging de jaren twintig-schilderijen ‘Huis te Wassenaar’ en ‘Het Ontbijt’.
Valk had na zijn opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunst in Den Haag, hoge verwachtingen van zijn kunstenaarschap. Hij dichtte een kunstenaar een soortgelijke rol toe als de priester die zijn overtuiging uitdraagt om een betere wereld tot stand te brengen. Op de expositie wordt een veelzeggende notitie uit 1914 in zijn ‘Dag-indrukken’ geciteerd: ‘Ik voelde komen ’t Rijzen van Roeping’. Illustratief is ook de ongedateerde brief waarin hij aan zijn vriend Leo Zaalberg zijn verlangen uitte te willen schilderen ‘tot der menschen heil’.
Valk heeft zijn roeping ook tientallen jaren in daden omgezet als – door velen geliefde - leraar aan de Academie voor Beeldende Kunst in Arnhem. De Stichting Hendrik Valk houdt zijn nagedachtenis levend, zie http://www.hendrikvalk.nl
De expositie ‘Hendrik Valk. Tussen figuratie en abstractie’ in Museum De Lakenhal in Leiden duurt tot en met 29 november. Voor meer informatie: http://www.lakenhal.nl