Henri Rousseau blikvanger grootse verzameling naïef realisten in Museum More

Henri Rousseau, Tropisch bos met apen, 1910, olieverf op doek, Courtesy National Gallery of Art, Washington DC

Door Lucie Th. Vermij

Museum voor Modern Realisme MORE presenteert een expositie van ‘naïef realisten’ uit de periode 1920-1950. Er hangen maar liefst 150 werken van 80 kunstenaars, zowel minder bekende als grote namen: Henri Rousseau, Séraphine Louis, Nikifor, Grandma Moses, John Kane en Morris Hirshfield. Hoewel deze kunstenaars geen formele kunstopleiding hadden wisten zij toch de artistieke top te bereiken, daarbij vaak geholpen door professionele kunstenaars, kunstverzamelaars en galeriehouders.

De tentoonstelling is geïnspireerd op de baanbrekende blockbuster Masters of Popular Painting (1938) in het New Yorkse Museum of Modern Art (MoMA). Daar hingen Amerikaanse en Europese schilders, vooral Franse. Nu is de tentoonstelling aangevuld met een aantal kunstenaars uit Duitsland, Zwitserland, Polen, België en Nederland, onder wie Adolf Dietrich, Adalbert Trillhaase, Nikifor en Sal Meijer. Voor de toeschouwer van nu is het een verrassende ontmoeting met ongewone kunstwerken en levensverhalen. Want bijna altijd zijn ook de verhalen over de kunstenaars opmerkelijk te noemen.

Adolf Dietrich, Gezicht op de tuin van de buren, 1939, Kunsthaus Zürich, geschenk Rene Wehrli

De samenstellers hebben overigens hun best gedaan om de aandacht te verleggen van die levensverhalen naar de artistieke kwaliteiten van de schilders. Want hoezeer die verhalen ook bijzonder en het weten waard zijn, ze halen te makkelijk de aandacht voor het werk zelf weg.

De ‘naïeve realisten’ waren geen groep met een programma en ze kenden elkaar niet. Maar er zijn wel duidelijke overeenkomsten, zoals het sprekende kleurgebruik, weinig perspectief- en schaduwwerking, anatomische verhoudingen die vaak niet kloppen, veel oog voor detail, maar niet al te natuurgetrouw. Dit levert karakteristieke beelden op, die zeer bevrijdend waren voor de klassiek  geschoolde kunstenaars uit hun tijd.

‘Aartsvader’ van het genre is  de Franse belastingbeambte Henri Rousseau, bijgenaamd ‘Le Douanier’ (1844-1910), die met zijn jungletaferelen de wegbereider was voor deze ongeschoolde schilders. Hij schilderde over het algemeen landschappen, soms een stadsbeeld, met op de voorgrond een figuur. Maar het meest bekend zijn de junglescènes, die hij inspireerde op zijn bezoeken aan het Parijse Natuurhistorisch Museum en de kassen in de Jardin des Plantes. Hij werd ontdekt en omarmd door professionele vakgenoten als Pablo Picasso en Wassily Kandinsky, die in zijn werk iets revolutionairs zagen: kunst die terugging tot de ongekunstelde kern.

John Kane, Twee Schotten, ca 1915, Zander Collectie, Duitsland

Rousseaus Amerikaanse evenknie was John Kane (1860-1934), een Schotse arbeidsmigrant die als kind in Schotland in de mijnen had gewerkt en later in Pittsburgh in de staal- en kolenindustrie. Hij begon pas met schilderen na zijn 60e,  nadat hij bij een treinongeval een been had verloren. Hij maakte vooral landschapsschilderijen van het industriële Pittsburgh, waarvan vele in het bezit zijn van grote musea. Kane was de eerste autodidactische Amerikaanse schilder in de 20e eeuw die door een museum werd erkend. Hij maakte de weg vrij voor andere naïeve kunstenaars.

Grandma Moses (1861-1961), ofwel Anna Mary Robertson Moses, was boerin en verdiende daarnaast ook geld met handwerken.  Toen zij daar rond haar zeventigste vanwege artritis mee moest stoppen, begon ze te schilderen. Op haar 78e  werd ze ontdekt. Ze maakte 1500 schilderijen, vooral over haar leven op de boerderij.  Haar werk is tentoongesteld in galeries in New York, in Europa en in Japan. Ze genoot een sterrenstatus. Haar kunstwerken werden zo populair dat ze veel gebruikt zijn op de kaarten van Hallmark.

Séraphine Louis, Boeket van bladeren, 1929-1930, privé-collectie, Courtesy Galerie Dina Vierny, Paris

Er zijn er meer die er uitspringen:  Séraphine Louis (1864-1942) was een Franse kunstschilder die uitbundige bloemschilderingen maakte. Haar moeder overleed op haar eerste verjaardag, haar vader stierf toen ze zeven jaar was. Eerst werkte ze schapenhoudster, in 1881 werd ze dienstmeisje bij de Zusters van de Voorzienigheid in Clermont. In 1901 kwam zij in dienst als huishoudster bij een gezin te Senlis en daar begon zij op 40-jarige leeftijd met schilderen. Ze werd ontdekt door de kunstverzamelaar Wilhelm Uhde. In 1932 werd ze opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis, waar zij stopte met schilderen. Tijdens de Duitse bezetting stierf zij in 1942 de hongerdood. Werken van haar zijn te zien in diverse Franse musea. Er is in 2008 een film over haar leven gemaakt.

Josephine Joy (1869-1948) werd geboren in West-Virginia, groeide op in Illinois en verhuisde later naar Californië. Hoewel ze zich altijd bewust was van haar talent als schilder kreeg ze pas na de dood van haar tweede man in 1927 de kans haar kunst te ontwikkelen. Ze schilderde vooral bloemstukken en landschappen. In 1949 werd har werk geëxposeerd in het San Diego Museum of Fine Arts en het Los Angeles Museum of Fine Arts. Ze werd de eerste vrouw met een solotentoonstelling in het MoMA.

Josephine Joy, Watervogels nestelend, 1935-1939, Smithonian American Art Museum, foto Lucie Th. Vermij

Rond de jaren vijftig, toen sommige van de naïef realisten zoals Grandma Moses echt populair werden, sloten de deuren van de musea zich echter weer voor deze schilders. Het vele programmeren van naïef realisme was één van de redenen  dat Alfred Barr, de eerste directeur van het MoMA, door het bestuur van het museum werd ontslagen. Het tentoonstellen van de totaal onorthodoxe kunst van de kleermaker Morris Hirshfield – ook met werk op de tentoonstelling aanwezig – was de druppel die de emmer deed overlopen.   Desondanks staat het belang van de beroemde naïef realisten van toen inmiddels buiten kijf. Met recente internationale tentoonstellingen en publicaties  lijkt er sprake van een herwaardering.

Camille Bonbois, Bij het reizende circus, ca 1928. Courtesy Galerie Dina Vierny, Paris

De tentoonstelling ‘Naïef Realisme. Van Rousseau tot Grandma Moses’ is te zien tot 25 juni 2023.

Museum MORE, Hoofdstraat 28, 7213 CW Gorssel.

http://www.museummore.nl/tentoonstelling/naief-realisme-van-rousseau-tot-grandma-moses

Marieke Jooren e.a., Naief realisten. Van Rousseau tot Grandma Moses, WBooks. ISBN 9789462585423. € 29,95

 

 

Reageren