Door Lucie Th. Vermij
*In 1917 werd in Apeldoorn de firma ‘Verbeek en Schakel, grossierderij in rijwielen en onderdelen’ opgericht. Deze firma groeide uit van lokale fietsenmaker tot een van de belangrijkste Nederlandse producenten van (motor)fietsen, brommers en meer recent e-bikes: Sparta. Museum CODA wijdt er een tentoonstelling aan die wegens succes is verlengd tot en met 23 september.
Om allerlei redenen was het er nog niet van gekomen af te reizen naar Apeldoorn. Nu ik de tentoonstelling tot mijn grote genoegen toch heb kunnen bezoeken herinner ik me de Sparta-fietsen die ik tijdens mijn leven heb gehad, als eerste het model 8-80 toen ik in 1969 naar de middelbare school ging. Ik was nog te klein voor een volwassenenfiets en dit was een 'meegroeifiets', bij wijze van spreken voor de rest van je leven. Op de tentoonstelling is deze fiets ook en valt te lezen dat dit model het begin van een nieuwe periode in de Sparta-geschiedenis markeerde. Eind jaren zestig besloot Sparta naast motorfietsen voor wie zich geen auto konden permitteren, ook weer ‘gewone’ fietsen te gaan produceren. Maar wel opmerkelijke fietsen.
Ik stuit er op meer persoonlijke geschiedenis. Als puber kreeg ik geen brommer, maar sommige buurkinderen hadden er wel een. Een Sparta-automaat. Jaloers dat ik was! Op de tentoonstelling hangt een reactie van Henk Weltje dat hij indertijd eigenlijk liever een Zündapp of een Kreidler had gewild, ‘maar dat zat er niet in’. Toen ik in Amsterdam-Noord kwam te wonen kocht ik net als de buurtgenoten een Sparta-brommer, die daar de meest efficiënte oplossing was voor vervoer van en naar het centrum, of naar Wijk aan Zee. Op enig moment kregen we een fiets van het werk en schafte ik een beeldschone Sparta Beach Cruiser aan, die ik mijn Mercedes noemde. Goeie herinneringen.
De firma die de Sparta's bouwde startte in 1917 als Verbeek & Schakel en nam in 1919 het merk Sparta over van de Nijmeegse firma Reuvers, die daar in 1908 mee begonnen was. Die naam kwam door de jaren heen steeds meer op de voorgrond te staan. In de jaren dertig stapte Sparta over op productie van de motorfiets, die een goed alternatief was voor mensen die zich geen auto konden permitteren. Voor woon-werk-verkeer, voor het werk zelf, voor de vakanties. In de jaren zestig kreeg de auto echter steeds meer voet aan de grond en ging Sparta zich specialiseren in brommers en op de jeugd. Voor kortere afstanden. In de jaren zeventig liep de verkoop terug en besloot men ook weer 'gewone' ongemotoriseerde fietsen te gaan verkopen. De Sparta-met met klein hulpmotortje was het niet, maar het lukte Sparta wel weer aan de top te komen met e-bikes.
De tentoonstelling zoomt in op alle mogelijke aspecten. De geschiedenis van het bedrijf, de behuizing, de techniek, de strategische keuzes, de karakteristieke modellen, de specifieke doelgroepen, de marketing met zijn folders en affiches, ups en downs in de verkoop, steeds weer nieuwe wegen. Alles komt aan de orde. Zelfs het onvergetelijke geluid van de brommer wordt gebracht met een filmpje van dat je kunt beluisteren met een helm op waar de luidsprekers in verwerkt zijn. De stroomlijning van de modellen is door de jaren heen heel belangrijk geweest voor Sparta, maar ze moesten voorzichtig zijn met al te radicale veranderingen. Mensen waren gehecht aan hun oude model. Steeds weer bedachten de ontwikkelaars spraakmakende nieuwe modellen met sterke vormgeving. Die vormgeving is dan ook een belangrijke insteek bij de tentoonstelling, samengesteld door gastcurator Reyer Kras, in het dagelijks leve industrieel ontwerper en kunsthistoricus.
Het is een intens genoegen al die modellen te bekijken. Sommige roepen grote aha-Erlebnis op. Er waren speciale modellen voor bezorgers, wijkverpleegsters, vrouwen en geestelijken, boswachters, noem maar op. En de reclames!. In de jaren vijftig werd de motorfiets bijvoorbeeld aangeprezen als zeer geschikt voor avontuurlijke mannen-kampeervakanties, of voor romantische uitjes naar het strand.
Fietsland Nederland kent vele eigen fietsmerken. Om er enkele te noemen: Gazelle (sinds 1902, Dieren), Fongers (1884-1971 Groningen), Batavus (1904 Heerenveen), Union (1904, Dedemsvaart). De fiets is echt Nederlands cultuurgoed, vrolijk stemmend als zo'n lokaal fietsmerk zich zelfs aan een regionaal museum weet te verbinden.
Sparta's zijn inmiddels collectors-items. Op een YouTube-filmpje vertelt een oud-Sparta medewerker apentrots over zijn eerste knalrode Sparta brommer, een 'sportmodel', die hij begin jaren zestig aanschafte voor 400 gulden, als medewerker kreeg hij 200 euro korting op de winkelprijs. Die doet nu op Marktplaats 3600 euro. Het is fascinerend hoe Sparta zichzelf de afgelopen eeuw telkens weer heeft weten uit te vinden.
Voor meer informatie over Museum CODA: http://www.coda-apeldoorn.nl/
Verder lezen:
‘Sparta, Vernuft en volharding’. Speciale uitgave van Historische Rijwielvereniging De Oude Fiets, ’ € 12,50.
Filmpje met bevlogen glunderende oud-Sparta-medewerkers over Sparta-tentoonstelling: