*Amateur-fotograaf en oudheidkundig verzamelaar Jan Herman Insinger (1854-1918) was in de zomer van 1886 een van de twee fotografen die in het Egyptisch Museum in Caïro foto’s mochten maken van het openen van veertig mummies die in 1881 waren ontdekt in het dal van Deir el-Bahari. Hun oorspronkelijke graven in het Dal der Koningen waren geplunderd, de mummies werden rond 950 v. Chr. herbegraven. De foto’s van de Amsterdamse bankierszoon Insinger – besmet geraakt met tbc had hij in 1879 het zachte klimaat van Egypte opgezocht – maken deel uit van de expositie met Egyptische foto’s uit periode 1850 – 1900 die Saskia Asser voor Huis Marseille heeft gemaakt.
De selectie – de omvang enorm - komt uit Nederlandse collecties en omvat bruiklenen uit onder meer Rijksmuseum, het Rijksmuseum van Oudheden, het Nederlands Fotomuseum en Teylers Museum. De begeleidende teksten zijn ook van Assers hand; véél woorden voor onderweg, maar helder en vooral toch lezen, er is geen catalogus. Europa was door de invasie van Napoleon in 1798 in de ban van Egypte geraakt en al in november van 1839 – het jaar dat de fotografie werd uitgevonden - gingen de eerste fotografen er aan het werk. Tenslotte honderden fotografen – ook uit het Ottomaanse Rijk - zouden in de 19e eeuw in Egypte hun brood verdienen met werk voor verschillende opdrachtgevers en markten. Asser noemt archeologen, egyptologen, kunstenaars, zendelingen, expats en toeristen.
De expositie begint met foto’s van Maxime Du Camp (1822-1894), van november 1849 tot juni 1851 op reis door Egypte met niemand minder dan Gustave Flaubert. Antonio Beato (1834-1906) vereeuwigde tussen 1880 en 1890 in Memphis een gigantisch liggend standbeeld van de grote farao Ramses II uit de dertiende eeuw v. Chr. Vorige week werden er nog vier brokken van een beeld van Ramses II – vermaard om zijn veroveringen - aangetroffen in een arme buitenwijk van Caïro.
Aan Francis Frith (1822-1898) – Brits fotograaf, zakenman en quaker – danken we verstilde foto’s van de piramides van Gizeh en Sakkara, genomen tussen 1856 en 1859. De opening van het Suezkanaal in 1869 betekende een enorme stimulans voor het toerisme. Onder de reizigers die ter plekke foto’s kochten waren de Rotterdammers Richard Polak en Hendrik Veder, ook zij krijgen nu aandacht in Huis Marseille.
Insinger leerde vermoedelijk fotograferen van de Franse fotograaf Daniel Héron tijdens een Nijlreis in de winter van 1880-1881. Volgens Asser raakte hij in 1881 bevriend met Gaston Maspero, de Franse directeur van de Egyptische oudheidkundige dienst, die hem regelmatig toestemming gaf oudheden te exporteren. Directeur Willem Pleyte van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden kreeg in 1882 een eerste briefje van Insinger: ‘Heden verzend ik aan uw adres per post een pakket, inhoudende eenige photographieën die ik deze winter in Egypte nam (…).’ Het zou niet bij foto’s blijven, het museum zou in de loop der jaren belangrijke bodemvondsten ontvangen.
De foto’s die Insinger van het uitpakken van de mummies maakte arriveerden in 1888 in Leiden. Het ontmantelen verliep volgens Asser niet bepaald zachtzinnig. Zo was de mummie van Ramses II binnen een kwartier opengesneden, de windsels belandden bij het vuilnis. Insinger mocht een aantal windsels naar Leiden sturen, een paar nu ook in Huis Marseille te zien.
De expositie ‘In Egypte/Reizigers en fotografen 1850 – 1900’ in Huis Marseille duurt tot en met 4 juni. Voor meer informatie: http://www.huismarseille.nl