*Wie meer wil weten over graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679), bouwheer en naamgever van het Mauritshuis, kan voortaan terecht in een 'eigen' zaal op de benedenverdieping. Aangepaste tekstborden en een nieuwe multimediatour bij de tien schilderijen en sculptuur die tot nu over het museum waren verspreid, belichten de jongste inzichten over het gouverneurschap van Johan Maurits van Nederlands-Brazilië (1636-1644). De graaf nam naar de kolonie ook wetenschappers en kunstenaars mee en bouwde een reputatie op als tolerant bestuurder. Zijn rol bij de slavenhandel bleef tot voor kort onderbelicht.
Met de expositie 'Bewogen Beeld' zette het Mauritshuis vorig jaar voor het eerst de schijnwerper vol op de rol van Johan Maurits bij de slavenhandel tussen West- en Centraal-Afrika en Brazilië. De West-Indische Compagnie, broodheer van de gouverneur, keurde de overtocht van tot slaaf gemaakten officieel goed om de winsten van de suikerplantages veilig te stellen. De tentoonstelling (april-juli 2019, Museumkijker schreef er bij aanvang over) kreeg een vervolg met het project 'Revisiting Dutch Brazil and Johan Maurits'.
Onderzoeksleider Erik Odegard zette in een artikel voor het tijdschrift Early American History met Carolina Monteiro (voorheen junior-onderzoeker bij het Mauritshuis) onlangs de resultaten op een rij. Johan Maurits heeft zich om zijn privé-financiën op orde te houden, ook voor eigen rekening met slavenhandel beziggehouden. Een van de gevonden voorbeelden is dat Johan Maurits een diplomatieke 'gift' van tweehonderd mensen van de koning van Congo voor eigen rekening verkocht. Voor de geldende prijzen in Brazilië ging dat om een bedrag van 70.000 gulden, meer dan drie keer het jaarsalaris van Johan Maurits in die periode.
Odegard en Monteiro: 'Het is duidelijk dat Johan Maurits niet al zijn activiteiten had kunnen ontplooien als hij niet op verschillende manieren extra geld had verdiend, inclusief de verkoop van mensen. Dit zou misschien niet een verrassende uitkomst moeten zijn. We weten van andere studies van Nederlandse (en Portugese) koloniale elites uit deze periode dat particuliere handel, ook al was dat nominaal illegaal, gemeengoed was. Zeker in een slavensamenleving als Brazilië zou het eerder verrassend zijn geweest als Johan Maurits zich niet persoonlijk verrijkt zou hebben aan slavernij en slavenhandel. Voor een goed begrip van het functioneren van Johan Maurits in Brazilië is deze kennis cruciaal.'
Vier onderzoekers gaan met steun van het Gieskes-Strijbis Fonds tot eind volgend jaar verschillende aspecten van Nederlands-Brazilië en Johan Maurits verder bestuderen. Zo zal Mark Ponte op zoek gaan naar zwarte levensverhalen in Brazilië en de Nederlandse Atlantische wereld. Naast wetenschappelijke publicaties wordt er een symposium georganiseerd. De nieuwe Johan Maurits-zaal is intussen een parel voor het oog, wie de anonieme zwarte bediendes op de prachtige schilderijen bekijkt, zou bijna vergeten dat ook zij ooit ruw van hof en haard werden weggerukt.
Voor meer informatie: http://www.mauritshuis.nl/presentatie-johanmaurits