Door Boris de Munnick
*Eén man zit op de kofferbak van een auto. Op zijn gezicht een brede grijns. De man links – hij zit op een stoel die uit de auto is gehaald - strekt zijn hand naar de kijker uit. Hij....(hoe noem je dat?)...grimlacht. De man rechts - ook op een autostoel, handen gevouwen - 'lacht' ons eveneens toe. De mannen op dit schilderij van Johannes Grützke (uit 1970) zijn identiek gekleed: wit overhemd met das. Wel een zwarte broek, maar zonder jasje. We nemen aan dat het zomer is, ergens in de natuur. De titel: 'Komm, setz dich zu uns!'. Toen ik mijn zoon vroeg wat ze met ons voor zouden kunnen hebben, was zijn commentaar kort en goed: 'Ontvoeren!'
Het is Grützke ten voeten uit. Wat is hier aan de hand?? Bij elk schilderij op zijn expositie in Museum MORE in Gorssel overvalt je die gedachte. Er gebeurt in elk werk iets wat je even stil doet staan. Je kijkt en kijkt en vraagt je af. Maar de schilder geeft het antwoord niet - althans in mijn geval niet en dat is het aangename aan Grützke. Een ieder zal een eigen invulling geven aan de 'bizarre' dingen die er op zijn schilderijen gebeuren. Een man staart naar de kop van een gans, maar die gans is dood. Op ‘Monument der Tröstungen’ uit 1971 houden vier mannen mannen in wit overhemd elkaar innig vast, degene die zit heeft duidelijk verdriet...maar die andere drie? Twee mannen vallen 'uit de lucht', gierend van de lach: de titel van het werk (uit 1973) is 'Onze vooruitgang is niet te stuiten', de mannen lijken op de 'lachende Chinezen' van enkele decennia later. Een naakte vrouw wordt 'omlijst' door een 'toren' van vijf naakte mannen die elkaar stevig vasthouden en elk van de personages heeft een blik die van verveeld-guitig naar onbewogen-introspectief gaat - maar nooit saai is (1975, 'Het gebouw van de Duitse geest'). Hoe-verzin-je-het?
'Kunst ist nicht modern - Kunst ist immer', sprak Johannes Grützke (Berlijn, 1937) en hij zou altijd een anarchistische buitenstaander blijven binnen de Duitse kunstwereld. Voor hem geen abstracte, conceptuele kunst, maar realisme van het hoog-theatrale soort. Zijn mannen en vrouwen zijn maniëristisch weergegeven en wringen zich vaak in de onmogelijkste bochten, invloed van de barok is zichtbaar en her en der komt Caravaggio om de hoek kijken ('Der Lanzenstich', 1982). Maar omdat hij niet deed wat iedereen deed, bleef Grützke lang buiten het artistieke establishment - en dus buiten de musea. Zijn werk werd vooral privé verzameld en pas in de jaren '90 brak hij door, nadat hij in de Frankfurter Paulskirche een 32 meter lang panorama had geschilderd met de titel 'Der Zug der Volksvertreter', een totaal krankzinnige stoet allegorische figuren omringd door varkens en schapen en (wederom) naakte lijven.
Vanaf de jaren '90 gaat Grützke nog meer 'los' wat hem de titel 'de Duitse Lucian Freud' opleverde. Nóg meer vlees, nóg meer bizarre mensen en soms wordt het zelfs een tikje griezelig wanneer het vlees in kauwgom overgaat ('Prometheus vernietigt zijn ontwerpen'). Het zijn vooral de kunstwerken uit de jaren '60 tot en met '80 die een glimlach om de mond toveren. Vooral omdat elk werk technisch zonder meer razend virtuoos is. Grützke schildert anno 2017 nauwelijks meer vanwege gezondheidsproblemen. Dat verklaart de titel van de tentoonstelling: 'Der Pinsel hat gesprochen'.
De expositie van Johannes Grützke in Museum MORE (Hoofdstraat 28, Gorssel) duurt tot en met 11 juni. Voor meer informatie: http://www.museummore.nl