Buitenplaats Kasteel Wijlre: ragfijne toevalligheden Elspeth Diederix

Tuin buitenplaats Kasteel Wijlre, Gebroken cirkel, Ad Dekkers 1971. Foto: Moniek Wegdam

Door Gerda J. van Ham

Zover het oog reikt glooiende heuvels en beboste hellingen. Alsof je een miniatuur bekijkt uit een Middeleeuws getijdenboek. Dat was het uitzicht toen ik onlangs een studievriendin in Zuid-Limburg bezocht. Zij verhuisde van het luidruchtige Amsterdam, naar de buitenaardse rust in het dorpje Mechelen, nabij Valkenburg. Aan de rand van het gazon met wilde grassen een verscholen dassenburcht. De dassen sluipen in de nacht rondom het huis, hun sporen zijn op het grindpad zichtbaar. Daaronder loopt het gazon door in uitgestrekte weides met koeien. Het Koekkoeks kruid wiegt mee in de wind. De vogels scheren laag over, de overvloedige regen is zojuist gestopt.

Kasteel Wijlre, foto Gerda J. van Ham

Op mijn verzoek bezoeken we buitenplaats Kasteel Wijlre, in de gemeente Wittem. Ik fietste er 40 jaar geleden vaak langs, onwetend over de ambitieuze plannen van Jo en Marlies Eyck om een eigen museum op te richten. Zij bewoonden vanaf 1981 het kasteel Wijlre (uitspraak Wielre) met koetshuis, omringende slotgracht met waterplanten en klassiek aangelegde tuinen. Het echtpaar Eyck ontving op afspraak regelmatig liefhebbers voor hun kunstcollectie. In hun beeldentuin bevinden zich bijvoorbeeld twee kunstwerken van de Italiaan Giuseppe Penone (arte povera), alsook werken van minimalisten en conceptualisten zoals Ad Dekkers, Peter Struycken en anderen.

Wiel Arets, tentoonstellingspaviljoen buitenplaats Kasteel Wijlre, foto Gerda J. van Ham

In 2015 werd de buitenplaats een publieke instelling voor hedendaagse kunst en natuur. Jo Eyck probeerde een bouwvergunning in de wacht te slepen voor een nieuw en deels ondergronds museum voor tijdelijke exposities. De Limburgse architect Wiel Arets tekende het ontwerp voor een ‘onopvallend’ tentoonstellingspaviljoen: Hedge House genaamd. Arets wist op ingenieuze wijze een ondergrondse expositie ruimte op twee niveaus te ontwerpen. In dit paviljoen (met kippenren en orchideeën kas) valt mooi daglicht. Het verschuivende licht bestrijkt de betonnen wanden. De slagschaduwen ontstaan vanzelf. Op de dag van ons bezoek belicht de zon alle uithoeken van het paviljoen. En tot mijn verrassing wordt het nieuwste werk ‘Angelica Fields’ van kunstenaar, fotograaf en tuinontwerper  Elspeth Diederix (1971) geëxposeerd.

Elspeth Diederix, Angelica (2023), Ciclée print, 90 x 60 cm, Courtesy: Stigter van Doesburg

Elspeth Diederix (1971) ken ik uit Amsterdam. In corona-tijd had zij wekelijks een paginagrote foto in het Parool over haar tuin in het Erasmuspark, ‘The Miracle Garden’. Deze proeftuin beschouwde ze als een soort laboratorium, ze kweekte er talloze bloemen uit verzamelde zaden, die door de seizoenen heen in een wilde tuin veranderden. Ik bezocht haar ‘Miracle Garden’ vaak, fotografeerde er ook zelf, bij regen, mist en zonneschijn. In het Parool zag ik haar verrassende keuzefoto, die ze op een ingenieuze manier manipuleerde op de computer zonder af te doen aan de effecten van groei en kiemkracht van de kleurige bloemenweelde. Vaak ging ik dan op zoek naar de gefotografeerde bloem en zag de textuur van het blad of de jungle van andere planten en bloemen erom heen.

De tuin is een labyrint om in te verdwalen, stelt Diederix vast in haar toelichting op de expositie: ‘Angelica Fields’. Het proces van zaaien en ontwerpen moet je proefondervindelijk in de vingers krijgen. Ze besloot een aantal jaren geleden om een hoveniersopleiding te volgen. Tuinieren gaat over tijd. Als kunstenaar kun je prachtige kleurencombinaties bedenken, maar elke bloem, plant of grassoort bloeit op zijn (of haar) eigen voorwaardes en verandert in de loop van de tijd van kleur en textuur. Het wortelschieten in het voorjaar staat in schril contrast tot het afsterven van de stengels in het najaar. De felle kleuren van papavers veranderen geleidelijk aan in tere aquareltinten. Dit proces kun je zelf gemakkelijk waarnemen door de bloemblaadjes in een pers te schroeven. In Hedge House staat een tafel met diverse bloempersen. Aan de muur hangen de bijbehorende foto’s.

Elspeth Diederix, Field Pattern, Ciclée print, 120 x 180 cm, Courtesy: Stigter van Doesburg

Inmiddels is Elspeth Diederix uitgegroeid tot een bekende naam in de fotografie met een eigen galerie en neemt ze deel aan interessante projecten op het breukvlak van de beeldende kunsten en ecologische ontwikkelingen. Recent verlegde ze haar werkterrein naar de kasteeltuin van Wijlre. Ze koos niet voor de gecultiveerde kasteeltuinen, maar voor het drassige dotterbloemgrasland aan weerszijden van de populierenlaan. Voor haar begrip zijn dat de vergeten velden waar menigeen doorheen banjert zonder op te letten wat er zoal groeit en bloeit. Deze veldjes worden slechts eenmaal per jaar gemaaid, er groeien voornamelijk grassen. Veelvuldig fotografeerde ze de structuur van deze veldjes en kwam tot de conclusie dat ze rijkgeschakeerd zijn in textuur en contrasten. Bij zorgvuldige observatie valt er veel te genieten. Ze verzamelde de zaden van Verbascum, Koninginnekruid, Kattenstraat en Engelwortel, planten die het goed doen op de drassige grond van de kasteeltuin. De zaden van de inheemse flora kweekt ze momenteel op in een kas, materiaal waar ze komend jaar een pluktuin van wil aanleggen.

Elspeth Diederix, Water Field (2023), Ciclée-print 40 x 67,5 cm, Courtesy Stigter van Doesburg

Voor haar project Angelica Fields begon ze de sublieme symmetrie te ontdekken van de ogenschijnlijk saaie grassen, distels en andere groeisels. Ze bewerkte de foto’s met de computer, een manipulatie waardoor ze hoopt dat de kijkervaring geïntensiveerd wordt. Vooral de ragfijne toevalligheden van plantjes die normaal onder de voet worden gelopen, hebben haar voorkeur. Ze raakte dermate in de ban van de symmetrie dat ze besloot om de patronen te vertalen naar behang. Deze behangbanen hangen naast haar foto’s. Wat opvalt is dat de zorgvuldig geselecteerde foto’s als ciclée-prints zijn afgedrukt met ‘satin fininsh’, waardoor ze iets wat dof ogen, zonder een spoortje glamour.

Buitenplaats Kasteel Wijlre, rozentuinen. Foto: Romy Finke

Kan de gecombineerde ervaring van kunst en natuur op een creatieve manier bijdragen aan een ecologisch bewustzijn? Diederix ging er in het Zuid-Limburgse landschap mee aan de slag. De effecten van klimaatverandering heeft deze prangende vraagstelling actueel gemaakt. Vervreemdend genoeg vindt er op steenworp afstand van Kasteel Wijlre een ontluisterende afbraak plaats van de Brand bierbrouwerij, ooit de trots van de regio. De bulldozers doen hun werk, vrachtwagens rijden af en aan met puin. Je kunt gerust stellen dat de ecologische rust flink op de proef wordt gesteld in en om kasteel Wijlre. Tegen dit onheilspellend decor deed Elspeth Diederix haar intuïtieve fotografische verkenningen.

(Jo en Marlies Eyck zijn recent overleden, in respectievelijk 2021 en 2023. Hun graven zijn te bezoeken op het plaatselijk kerkhof, naast de ingang van de kerk).

Angelica Fields, Elspeth Diederix, buitenplaats Kasteel Wijlre, Hedge House t/m 25 augustus 2024. In het koetshuis zijn twee solopresentaties te zien van Lou-Lou van Staaveren en Gert Robijns. www.kasteelwijlre

 

 

Reageren