* Toen Rembrandt-leerling Arent de Gelder in 1665 Esther op het doek zette, ontleende hij haar houding aan die van Rebecca op Rembrandts schilderij ‘Isaac en Rebecca’, beter bekend als ‘Het Joodse Bruidje’. Het lukte hoofdconservator David de Witt van Museum Het Rembrandthuis ‘Esther’ uit een particuliere Engelse verzameling als bruikleen te krijgen voor de expositie ‘Rembrandts late leerlingen – In de leer bij een genie’. De Witt wijst tijdens een rondleiding enthousiast op nóg een overeenkomst: evenals zijn leermeester schilderde Van Gelder de verf van de kleding pasteus (zacht en smeuïg) om de illusie van ruimtelijkheid van de figuur te versterken.
De tentoonstelling - tegelijk met de Late Rembrandt-expositie in het Rijksmuseum te zien – biedt inzicht in Rembrandts onderwijs aan de hand van een kleine negentig schilderijen, tekeningen en prenten, ter vergelijking ook een paar van de meester zelf. Van veertien kunstenaars die het lesgeld van jaarlijks 100 gulden konden betalen – een fiks bedrag in die dagen, leerlingen waren welkom vanaf hun vijftiende – zijn de namen bekend gebleven, van twaalf van hen is werk overgeleverd.
Vanaf 1635 onderrichtte Rembrandt grote talenten als Ferdinand Bol, Carel Fabritius en Samuel van Hoogstraten; in de laatste periode van zijn leven, vanaf omstreeks 1650, waren dat naast Arent de Gelder kunstenaars als Willem Drost (volgens De Witt zijn meest begaafde leerling, vroeg gestorven, zodat hij geen groot oeuvre heeft nagelaten), Nicolaes Maes, Abraham van Dijck, Jacobus Leveck, Heyman Dullaert en Gottfried Kneller.
Samuel van Hoogstraten blikte in 1678 terug op zijn leertijd bij Rembrandt in zijn ‘Inleyding tot de hooge schoole der schilderkunst’. Door het maken van compositorische schetsen onderwees hij zijn leerlingen bijvoorbeeld in het uitbeelden van verhalende scenes, op pad in de omgeving van Amsterdam werd de verbeelding van landschappen geoefend. Tekensessies met naakten waren zeldzaam in de zeventiende eeuw: gewoonlijk vonden die alleen plaats als er dames van lichte zeden waren gevonden om te poseren. Uit werk van Rembrandt en late leerlingen blijkt dat ze in elk geval enkele keren samen naar model hebben kunnen oefenen. Het Rembrandthuis hoopt op termijn een expositie over de vooral onbekende praktijk van het naaktmodel-exposeren in de Gouden Eeuw te realiseren.
Het Rijksmuseum toont de komende maanden hoe het werk van de ‘Late Rembrandt’ zich virtuoos verdiepte en verinnerlijkte tegen de modetrend van de classicistische kunst in, Het Rembrandthuis laat zien dat de meester ook zijn leerlingen in die tijd de kunst van het overbrengen van diepe innerlijke emoties probeerde bij te brengen.
Rembrandthuis-directeur Michael Huijser kondigde bij de rondleiding aan dat deze expositie de eerste is van een serie over de praktijk van het kunstonderwijs. Non-fiction, bureau voor culturele innovatie, ontwikkelt voor het museum een presentatie onder de titel Studio R. Daarin wordt het belang van en de relatie tussen meesters en leerlingen in de kunstgeschiedenis behandeld, van Rembrandt tot heden.
De expositie ‘Rembrandts late leerlingen – In de leer bij een genie’ duurt van 12 februari tot en met 17 mei. Voor meer informatie: www.rembrandthuis.nl. Voor meer informatie over de expositie in het Rijksmuseum: www.rijksmuseum.nl.