De enige persoon die je niet wilt vervelen, ben jezelf
Alex Katz
Door Gerda J. van Ham
De Amerikaanse kunstenaar Alex Katz (1927) is een levende legende. Hij schildert nog elke dag in zijn loft op de vijfde verdieping in Soho (New York), of vanuit zijn buitenhuis in Maine. Voor zijn enorme doeken heeft hij trappen, bouwlampen en grote penselen nodig. Katz werkt op hoge leeftijd ook met kartons (voorstudies). Langs de uitvergrote contouren blaast hij pigmenten of houtskool door gaatjes, een beproefde techniek uit de Renaissance, waar ook Michelangelo zijn voordeel mee deed.
Alex Katz is een internationale beroemdheid, maar in Nederland zo goed als onbekend. Het lijkt op het eerste gezicht of Katz alleen maar goedverzorgde mensen schildert en zonnige landschappen met bloemen. Of gaat er meer schuil achter de gladde penseelstreken? Zijn moeder drukte hem al jong op het hart om nooit clichés te schilderen.
Katz groeide als zoon van Russische emigranten op in de wijk Queens, waar zijn Joodse moeder Sima zou uitgroeien tot een gevierde actrice (pseudoniem Ella Marion) in het Jiddische theater. Zij gaf hem de liefde voor dichtkunst en beeldende kunsten door. Vanaf 1946 doorliep hij de Cooper Union Art School in Manhattan en kreeg een speciale beurs voor de Skowhegen School in Maine waar hij net als de Impressionisten geïnspireerd raakte door het schilderen in de buitenlucht (en plein air). Deze openbaring gaf hem zijn uiteindelijke bestemming om schilder te worden. Na zijn studie werd hij direct opgenomen in een kring van kunstenaars, dichters, fotografen, choreografen en kunstcritici die bekend staat als de tweede generatie New York School. Nog altijd vormen zijn diepgaande vriendschappen met kunstenaars en hun gezamenlijke projecten een belangrijke voedingsbodem voor zijn werk. Tegelijkertijd was hij ook getuige van de opkomst van het Amerikaanse Abstracte Expressionisme, de ‘action paintings’ van Jackson Pollock, de ongeremde verferupties van Willem de Kooning en de opmars van Pop-Art icoon Andy Warhol. Kenners en critici vonden dat hij met zijn gladde, figuratieve werk tegen de ‘Tijdgeest’ in roeide, maar zelf had hij geen enkele behoefte om zijn kunst in een sociale context te duiden.
Katz verwijst graag naar de enorme billboards langs de snelwegen met hun opgewekte reclameboodschappen. Volgens Katz is het een uitdaging om het geschilderde oppervlak ook een zintuiglijke ervaring mee te geven. Het licht speelt daarin een cruciale rol. In 1962 schilderde hij een jaar lang het binnenvallende licht vanuit zijn slaapkamerraam in New York en Maine. Licht is zijn specialiteit. De subtiliteit in alle kleurnuances verf zorgt voor diepgang op het platte vlak. Een befaamde uitspraak van Katz: ‘Ik kan niets bedenken dat spannender is dan het oppervlak van dingen’.
In de tuin van Piet Oudolf, de groene oase om Museum Voorlinden heen, staat opeens een ranke verschijning met zonnehoed (cut-out) tussen de weelderige gewassen. Het is Ada Katz, vrouw en muze van de kunstenaar. Hij schilderde haar zo vaak (zeker duizend keer) dat het Jewish Museum in New York (2006) de expositie ‘Katz paints Ada’ organiseerde. Op die expositie zag Marlene Dumas voor het eerst de kwaliteiten van Katz’ kunstenaarschap. Het ontroerde haar, terwijl zij doorgaans in een fel meningsverschil was verwikkeld met haar partner Jan Andriesse die Katz’ werk bewonderde. Zozeer zelfs dat hij uit een erfenis een klein schilderij van Katz, genaamd ‘Erik’ kocht. Marlene zag Katz heel lang als een ‘ongewenste’ indringer in huis. Ze realiseerde zich pas na hun discussies wat er gebeurt in een ‘goed en gelukt’ Katz- schilderij: ‘De geschilderde energie is expansief’. Met als nadere verklaring dat een gelukt kunstwerk van Katz zuurstof geeft en juist niet verstikkend werkt. Na lange aarzelingen gaf Dumas zich gewonnen. En ze is wellicht niet de enige.
Terwijl Ada Katz in de tuin wandelt als uitgesneden silhouet in een zomerse broek, zonnehoed en blote armen, gaat zij op een schilderij in het museum schuil onder een ravissante zwarte hoed en zwarte zonnebril tegen een citroengele achtergrond. Katz gaf haar onmiskenbaar de allure mee van stijlicoon Jacky Kennedy. Pas bij nadere beschouwing vallen de accenten op, een gekleurde streep boven haar oog, onder de spiegelende brillenglazen en onder de verleidelijke mond. Katz schilderde haar subtiel geschulpte kraag in combinatie met een fragment van haar parelketting. In een andere zaal zien we haar terug in Blue Umbrella 2 (1972) met een gedessineerde zijden sjaal om haar hoofd en een blauwe paraplu en zwarte jas. De regendruppels vallen ritmisch naar beneden. Eindelijk vangen we haar gezicht, alhoewel de ingetogen blik rakelings langs de kijker scheert. Lichtjes dansen in haar ogen. Haar verschijning is innemend, intrigerend zelfs, maar niet koket. Adembenemend hoe Katz haar steeds weer in diverse beelden en technieken weet op te roepen. Ada Katz, dochter van Italiaanse emigranten, ooit een veelbelovend biologe en moeder van zoon Vincent, staat voor altijd op het netvlies gegrift. Helaas verschijnt ze vanwege haar broze gezondheid niet meer publiekelijk aan zijn zijde.
Voor Katz is een metrorit in New York een zintuiglijk spektakel. Hij observeert de mensen om hem heen, in hun extravagante kleding, wonderlijke kapsels en de sprekende of afwijzende expressie in hun gezicht. Hij kijkt er naar alsof het een performance is of een theatervoorstelling. Alsof het dansers zijn met vloeiende of abrupte bewegingen. Katz sloot lang geleden vriendschap met de choreograaf Paul Taylor, bestudeerde zijn conceptuele dans, waarin expressie, vorm en inhoud ontbreken, terwijl er een grote mate van techniek en intelligentie aan ten grondslag liggen. In die conceptuele werkwijze herkende hij ook zichzelf. Katz ontwierp decennia lang voor talloze producties van Paul Taylor decors en kostuums. Het leerde hem denken in termen van schaal, gebaren en intermenselijke verhoudingen. Ondanks zijn gewaagde en gestileerde dansconcepten bemerkte Katz dat Paul Taylor er nooit op uit was om het publiek te behagen. Dat was mogelijk wel de belangrijkste les in zijn leven, terwijl zijn criticasters hem juist graag betichten van vluchtige elegantie. Katz schildert geen personen met een duidelijke identiteit, zoals momenteel erg in de belangstelling staat. Nee, hij vergroot het sociale beeld (‘social image’) juist uit, als een geslaagde imitatie van succesvolle mensen die dagelijks op weg naar hun werk ook jouw pad kunnen kruisen. Mannen in geruite of gestreepte maatpakken, met sluik vallende gekamde haren. Vrouwen in elegante mantelpakjes. Een wereld zonder tatoeages of piercings, zonder handicap en ongemak.
Katz houdt van de natuur, hij kocht in de jaren vijftig een huisje aan de kust van Maine waar hij nog steeds zijn lange zomers doorbrengt. Hij vond een beek die voor hem dezelfde symboliek vertegenwoordigt als de vijver vol waterlelies van Claude Monet in Giverny. De lichteffecten op het water, de troebele reflectie van bomen en bladeren hebben geleid tot een serie werken onder de naam: Black Brook. Met grove kwaststreken roept hij eindeloze bespiegelingen op, als close up- beelden uit een melancholieke film. Ook schildert hij graag bloemen en bomen, waar de wind door heen speelt en licht en schaduw worden gefilterd. Katz: ‘Eternity exists in minutes of absolute awareness’.
Op een tafel in Museum Voorlinden staan de geschilderde silhouetten (cut-outs) van vrienden en familie van Alex Katz. Zijn vrouw Ada is direct herkenbaar met haar zwart/grijze haar en rode bloes, naast haar hun zoon Vincent. Zij zijn de stille getuigen van een nog steeds groeiend oeuvre. Zij kennen Alex Katz persoonlijk, bewonderen hem en hebben hem zien uitgroeien tot de sensitieve kunstenaar van licht en schaduw. Bij Alex Katz gaan schoonheid en vergankelijkheid hand in hand.
Alex Katz, t/m 1 oktober 2023, Museum Voorlinden, www.museumvoorlinden.nl