Door Hannah van Herk
*Beeldend kunstenaar Rolina Nell (1968, ABK Minerva) schildert bijna altijd vrouwen en meisjes. In houdingen die uit het leven gegrepen lijken, maar geïsoleerd uit hun omgeving, weergegeven tegen een neutrale achtergrond. Kleding, stoffen, details en motieven krijgen de aandacht, de gezichten ontbreken. Het is de snit van een jurk, de lengte van een rokje of een subtiel gebaar dat iets weggeeft over de identiteit van de afgebeelde vrouw, de tijd waarin ze leeft, de cultuur of het milieu waar ze deel van uit maakt. In 'Maandag Wasdag' wordt dit nog verder doorgevoerd: bijna altijd ontbreken zelfs de ledematen van de geportretteerden: portretten zonder handen, armen, voeten en benen. Maar die vrouwen stáán er.
Inspiratie put Rolina Nell niet alleen uit reizen die ze maakt. Soms ligt de schoonheid binnen handbereik. Dat laatste geldt ook voor Maandag Wasdag, dat is geïnspireerd op klederdracht van vrouwen in de Noordoostpolder. Dezelfde polder, een 'omgeving met weinig verleidingen van welke aard dan ook', waar de grootouders van Rolina Nell zich ooit als pionier vestigden, waar zij is opgegroeid en waar zij zich inmiddels ook weer heeft gevestigd.
Voor een goed begrip een klein intermezzo over de bijzondere geschiedenis van de Noordoostpolder. Met de inpoldering ervan werd begonnen in 1936. Halverwege de Tweede Wereldoorlog was het hele gebied drooggevallen en functioneerde enkele jaren als toevluchtsoord voor onderduikers. In 1947 begon de uitgifte van grond ten behoeve van de landbouw. Het geloof in de maakbare samenleving vierde hoogtij en de nieuwe bewoners werden door de overheid zorgvuldig uitgekozen. Men streefde naar een afspiegeling van de Nederlandse samenleving - in elk geval het 'nette' deel daarvan - met evenredige verdeling van de verschillende godsdiensten.
Noordoostpolderenaren moesten vakbekwaam, kredietwaardig (zuinig!) en gezond zijn, 'ingetogen en degelijk gekleed' door het leven gaan, van aanpakken weten en uiteraard van onbesproken gedrag. Wie een strafblad had of fout was geweest in de oorlog was niet welkom. De nieuwe bewoners kwamen voornamelijk uit Friesland, Noord-Holland en Zeeland – na de watersnood van 1953 kwamen er nog veel Zeeuwse boeren bij.
Hoewel zij in de polder een nieuw leven begonnen, hielden de vrouwen in ruime getale vast aan de traditionele kleding van de streek van herkomst: streekdracht als expressie van identiteit en als vertrouwd baken op de nieuwe plek. Dit alleen al maakte de Noordoostpolder uniek: de enige plek waar op Koninginnedag allerlei verschillende klederdrachten bij elkaar kwamen, althans een tijdje. De dochters volgden het voorbeeld van hun moeders niet en ook hier verdween in de jaren 60 de klederdracht met veel andere tradities en gebruiken langzamerhand uit beeld.
Toen Rolina Nell zich verdiepte zich in de geschiedenis van 'haar' polder, ontdekte zij oude foto’s van vrouwen in verschillende klederdracht. Op basis van die foto’s heeft zij vrouwen in streekdracht geschilderd. Door het gebruik van ei-tempera in soms bijna transparante lagen, en door een uiterst sober kleurgebruik – zwarten, witten, grijzen, bruinen – wordt de sfeer van vervlogen tijden opgeroepen. Soms – vooral bij de kleinere portretten – lijkt de kleding op zichzelf te staan, alsof de draagster eruit verdwenen is. Maar bij de grotere werken en zeker de levensgrote portretten, straalt de persoonlijkheid van de vrouw door de kleren heen. Ook zonder handen, voeten of hoofd. Ze is te zien.
Rolina Nell heeft overigens niet alléén traditionele kleding uit Nederland opgehangen. Hier en daar duikt een vrouw op uit een andere cultuur: gezichtsbedekkende kleding die prachtig past in de reeks.
Bijzonder (en bijzonder mooi) is haar penseelvoering: trefzeker en beeldend. Van veraf zie je de persoon precies, met alle stipjes en streepjes die bij klederdracht horen. Een medebezoekster die bekend was met klederdrachten, kon in één oogopslag diverse drachten geografisch plaatsen. Walcheren! Friesland! Maar als je dichterbij komt, is het allemaal veel losser en speelser en minder realistisch geschilderd.
Speciaal voor de tentoonstelling in Harderwijk maakte Nell twee wandschilderingen waarbij ze zich liet inspireren door de streekdracht uit Hierden – een link met de tentoonstelling Prachtdracht (streekdracht uit Hierden) op de lager gelegen verdiepingen van het museum.
Het werk van Nell hangt op een van de hogere verdiepingen. Een groot deel van het museum is gewijd aan een andere tentoonstelling: 'Prachtdracht. Streekdracht uit Hierden'. Normaal gesproken ben ik niet zo van de klederdracht, maar ook deze tentoonstelling was de moeite waard. Mooi opgezet, met bijschriften die regelmatig erg geestig zijn. De kledingstukken worden bovendien geëxposeerd in combinatie met werk van 19e en 20e-eeuwse schilders die werkzaam zijn geweest op de Veluwe en aangetrokken werden door de kleurrijke dracht van de lokale bevolking. Er is onder meer werk te zien van Meta Cohen Gosschalk, Jo Bezaan, Marie Wandscheer en Jan Derk Huibers.
En de waslijn met schilderingen van waaraan Maandag Wasdag zijn naam aan ontleent? Die hoort iedere dag aan een waslijn in de binnentuin van het Stadsmuseum van Harderwijk te wapperen. Alleen niet toen Museumkijker kwam kijken. Volgens de vriendelijke medewerker van de museumwinkel had dit te maken met de harde wind. Hopelijk hangt de was bij rustiger weer gewoon weer aan de lijn.
Tip: Bezoek aan het fraai gevestigde stadsmuseum is prima te combineren met wandeling door het historisch centrum van Harderwijk (niet naar de kaalslag rond het Dolfinarium kijken). En voor foodies: er zijn twee restaurants met tesamen drie Michelin sterren te vinden aan de Vischmarkt.
Meer informatie Rolina Nell: https://www.annsart.nl/rolina-nell-prod/
Maandag Wasdag van Rolina Nell | Prachtdracht. Streekdracht uit Hierden
Stadsmuseum Harderwijk
Donkerstraat 4
3841 CC Harderwijk
Voor meer informatie: http://www.stadsmuseum-harderwijk.nl
Ginni
22 maart 2019
Leuk beschrijving. Ik wil nu daarheen!