*Welke werken uit de collectie van het Mauritshuis krijgen bezoekers niet te zien omdat ze door de beperkte ruimte in het oorspronkelijke ‘gewone’ huis van Johan Maurits van Nassau of om andere redenen in depot verblijven? Directeur Emilie Gordenker kreeg die vraag zo vaak gesteld dat ze besloot antwoord te geven met een expositie. Voor ‘Hoogte- en dieptepunten uit het depot’ werden tweeënvijftig werken uit ongeveer 300 depotstukken gekozen, waaronder als een van de 'zekere' hoogtepunten ‘Vrolijk gezelschap’ van Esaias van de Velde uit 1614. Door vergeelde vernislagen was het werk niet meer toonbaar. Na restauratie kwamen kleuren en penseelwerk zo mooi tot ‘leven’ dat Van de Velde’s gezelschap voortaan zelfs weer ‘op zaal’ mag feestvieren.
De kunstenaar heeft tijdens het schilderen – wees materiaaltechnisch onderzoek uit - nogal wat veranderd: de oude vrouw helemaal links – een koppelaarster – was oorspronkelijk een jonge vrouw, de vrouw in het midden droeg eerst een vogel in plaats van een waaier. Ook ‘Fantasielandschap met Johannes de Evangelist op Patmos’ van Hans Bol uit 1564 zal het depot verlaten: dankzij aanwinsten van Paul Bril (een berglandschap) en Lutger tom Ring de Jonge (een bloemstilleven) kan Bol voortaan worden getoond in een kader van zestiende-eeuwse voorlopers van genres die in de Gouden Eeuw populair werden.
Volgens het museum glipte er tussen de schenkingen en legaten de afgelopen twee eeuwen af en toe iets naar binnen waarop men toch niet zat te wachten, heuse dieptepunten dus. ‘Simeon met het kind Jezus’ – anoniem, rond 1700 geschilderd in de Noordelijke Nederlanden – oogt inderdaad als werk van een amateur. Die indruk maakt ook het ‘primitieve’ schilderijtje van de oude man met kan en pijp van een onbekende Hollandse schilder uit de zeventiende eeuw, in 1906 geschonken door – informeert het museum - ‘de kleurrijke, maar onbetrouwbare kunsthandelaar Leo Nardus'. Waarschijnlijk wilde Nardus met deze en andere giften een goede relatie met het Mauritshuis opbouwen.
‘Portret van een man’ van de Zeeuwse schilder Karel Slabbaert is niet meer toonbaar omdat het in een overheidsgebouw in Nederlands-Indië hing en door het klimaat zwaar beschadigd raakte. Er is geen geld beschikbaar voor restauratie, het werk is voorlopig alleen geconserveerd.
De aankoop van een particuliere collectie voor het museum in 1821 door koning Willem I bleek een ‘koninklijke vergissing’. Zijn schenking aan het ‘Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis’ werd aanvankelijk bejubeld omdat er werken van grote meesters als Raphaël, Titiaan en Velázquez tussen zaten. Helaas bleken die van zó slechte kwaliteit dat de meeste al snel werden verkocht. De ‘Vrouwelijke figuur’ die aanvankelijk aan Raphaël werd toegeschreven, bleef in het depot achter als anoniem Italiaanse werk uit – vermoedelijk – de eerste helft van de zestiende eeuw. De uitgebeelde vrouw – wellicht een godin - was als voorbeeld van een dieptepunt geselecteerd, maar bleek veel belangrijker dan gedacht: bij onderzoek kwam aan het licht dat het werk – ‘tot verrukking van specialisten op dit gebied’ – één van de vroegst bewaard gebleven voorbeelden van een figuurstuk op goudleer is'.
De expositie biedt ook plaats voor de uitzonderlijke reünie van vierentwintig portretten die Jan van Ravesteyn tussen 1611 en 1624 maakte van officieren uit het leger van prins Maurits (plus één die door Fransise de Goltz werd geschilderd). In de loop van de twintigste eeuw werd de meerderheid van de officieren in bruikleen gegeven aan musea en overheidsgebouwen, voor deze tentoonstelling zijn ze eenmalig teruggeroepen: een práchtige wand. Nog een juweeltje: de ‘Zegevierende Amor’ van de Duitse schilder Friedrich Bury, tevens leraar van prinses Wilhelmina, echtgenote van koning Willem I. Als voorbeeld van vroeg negentiende-eeuws classicisme past het niet in de vaste opstelling met als zwaartepunt Hollandse en Vlaamse schilderijen van de vijftiende tot en met de achttiende eeuw. Jammer, een schilderij om vrolijk van te worden.
In de tentoonstelling is één plek niet ingevuld. Het publiek kan in drie stemrondes meebepalen welk schilderij mooi genoeg is om een tijd uit het depot te halen. Daarbij kan telkens uit zes schilderijen worden gekozen. De eerste ronde duurt tot en met 7 februari, gedurende de looptijd van de expositie zijn drie publieksvoorkeuren te zien. Het schilderij met de meeste stemmen krijgt deze zomer een plaats in de vaste opstelling. Stemmen kan via http://www.mauritshuis.nl/publiekslieveling. De totale collectie van het Mauritshuis omvat 850 werken.
De expositie ‘Hoogte- en dieptepunten uit het depot’ in het Mauritshuis duurt tot en met 8 mei. Voor meer informatie: http://www.mauritshuis.nl