Paulus Potter schilderde 'De Stier' in 1647, met overrompelende afmetingen van 2,35 bij 3,40 meter nog altijd het grootste werk van het Mauritshuis. Achter glas voor het publiek te volgen begint eind deze maand een restauratie die waarschijnlijk tot eind 2025 zal duren. Conserverings-, restauratie- onderzoekstechnieken hebben de afgelopen decennia een hoge vlucht genomen en na een halve eeuw was het schilderij weer aan een opknapbeurt toe. Die wordt verricht door onder meer Mauritshuis-restaurator Abbie Vandivere.
Als onderdeel van de Galerie Prins Willem V in Den Haag kwam 'De Stier' tijdens Napoleons zegetocht door Europa rond 1800 als oorlogsbuit in het Louvre terecht. Na de val van de keizer lukte het de collectie met paard en wagens terug te halen uit Parijs, 'De Stier' werd vanaf 1822 tentoongesteld in het Mauritshuis en groeide uit tot een van de publiekslievelingen, in de negentiende eeuw even geliefd als 'De Nachtwacht'.
Tijdens het voorafgaande onderzoek werd ontdekt dat de National Gallery of Ireland in Dublin een schilderij van Potter bezit dat kan worden gekoppeld aan 'De Stier'. Mauritshuis-restaurator Jolijn Schilder concludeerde dat Potter ook een groot werk maakte waarvan de 'Kop van een witte stier' uit de Dublin-collectie een fragment blijkt te zijn. De Ierse stier zal volgens het Mauritshuis van onschatbare waarde voor onderzoek naar zijn Nederlandse soortgenoot zijn. Dat zal een gezamenlijk project met de Ierse collega's zijn. Beide stieren zijn nog tot mei in Den Haag te zien,
Van de jong overleden Paulus Potter (Enkhuizen, gedoopt 20 november 1625- Amsterdam, begraven 17 januari 1654) zijn rond de honderd werken bewaard gebleven. Veel vee en honden, maar ook een eenhoorn, beren, een leeuw, olifant en kameel, waarschijnlijk in de dierentuin van de Oranjes gezien.
De openbare restauratie is te zien in zaal 2.
Voor meer informatie: http://www.mauritshuis.nl