Traditiegetrouw werd afgelopen week het Nationaal Monument op de Dam gereinigd, de jaarlijkse schoonmaakbeurt die voorafgaat aan de Nationale Dodenherdenking op 4 mei. Om meer inzicht te krijgen in de staat van het monument – voor volgend jaar staat groot onderhoud gepland – is een drone ingezet om beeldmateriaal te verzamelen . De gemeentelijke nieuwsbrief van 19 april kopte na afloop tevreden: ‘Nationaal Monument op de Dam weer spic en span’. Zó tevreden dat Museumkijker aan de corona-wandel ging om het resultaat dit keer met eigen ogen te aanschouwen. Verbazing: hoezo spic en span? Als het koningspaar dát maar niet verwacht op 4 mei. De schoonmaakbeurt heeft niet kunnen verhullen dat het monument er zeer zichtbaar slecht aan toe is, eerdere restauraties ten spijt.
Koningin Juliana onthulde het monument op 4 mei 1956. Het ontwerp was van architect J.J.P. Oud, de beelden van Johannes Anton Rädecker en de reliëfs van Paul Grégoire. De leeuwenfiguren die voor het monument als wachters fungeren – werden door Jan Willem Rädecker gemaakt. Pauline Kruseman – toen directeur van het Amsterdams Historisch Museum (AHM) en acht jaar voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei geweest – blikt in 2006 terug in een bundel interviews van Merel van Tilburg met Amsterdammers over hun favoriete beelden. Het Nationaal Monument is niet in één keer tot stand gekomen, vertelt Kruseman. Het AHM heeft veel voorstudies in zijn collectie: ‘Er waren uiteraard veel emoties in het spel en het heeft jaren geduurd voordat er een geschikte plek, kunstenaar en uitvoering waren gekozen.’ Ook het Tweede Weteringplantsoen werd overwogen, maar intussen stond er vanaf 1947 op de Dam wel een tijdelijk monument naar een ontwerp van A.J. van der Steur en Auke Komter. Onder leiding van burgemeester D’ Ailly werd tenslotte voor een nieuw monument op de Dam gekozen.
Voor Kruseman voelt het in 2006 alsof het ‘Oud-monument’ er heeft gestaan vanaf het eerste jaar na de oorlog. In antwoord op critici die het niet mooi vinden, zegt ze dat schoonheid hier voor haar een onderschikte rol speelt: ‘Destijds is voor dit ontwerp gekozen en dat is nu een gegeven, hervorming is wat mij betreft niet bespreekbaar.’ Ze vindt het wel jammer dat is gekozen voor een steensoort die in het Nederlandse klimaat snel groezelig wordt, ‘maar ook dat moet niet worden vervangen: met de wijsheid, kennis en overtuiging die men toen had, is gekozen voor de uitstraling van juist deze steensoort’. Oud had gekozen voor travertijn uit groeven bij Siena in Italië, een poreuze zachte kalksteen die niet bestand bleek tegen vorst. Regen dringt inmiddels diep door in het monument. Renovatie in Duitsland door impregneren met acrylhars in de tweede helft van de jaren negentig kon het verval niet tot stilstand brengen. Experts hebben al eens geadviseerd het monument opnieuw op te bouwen met een hardere steensoort, bijvoorbeeld graniet. Wie weet blijkt dat de redding.
Een advies van Kruseman in 2006 dat het gemeentebestuur zich na het groot onderhoud nog steeds ter harte kan nemen: plaats informatie voor passanten over waar het monument voor staat, bijvoorbeeld op plaquettes op de vier hoeken van het plein. Vóór Museumkijker ging inlezen bijvoorbeeld nooit geweten wie precies de mannen met huilende honden naast de pyloon zijn: de linkerfiguur verbeeldt het verzet van intellectuelen, de rechter dat van arbeiders, de honden symboliseren smart en trouw.