* Op 18 juni is het precies twee eeuwen geleden dat de Engelse, Pruisische, Belgische en Nederlandse bondgenoten Napoleon versloegen bij Waterloo. Op de foto sergeant Lefebre van het tweede Regiment van Ingenieurs van Napoleons Grande Armée, te zien op de presentatie 'Ooggetuigen van Waterloo' in de zaal met het grootste schilderij van het Rijksmuseum: ‘De Slag bij Waterloo’ van Jan Willem Pieneman uit 1824. Met als blikvanger de legendarische Britse aanvoerder Wellington, maar ter linkerzijde – ondersteund door zijn manschappen - ook de grootste Nederlandse held: de gewonde Prins van Oranje, de latere koning Willem II.
Lefebre, als bruikleen uit de VS met collega-oud-strijders naar Amsterdam gereisd, draagt zijn oorspronkelijke uniform en de Sint-Helena medaille. Volgens het Rijksmuseum betekent dit dat de foto's in elk geval pas na 12 augustus 1857 zijn gemaakt, de datum dat de orde werd ingesteld door keizer Napoleon III. Voor zover bekend zijn het de enige bewaarde foto’s - de maker is anoniem gebleven - van Franse militairen in het uniform van tijdens de slag. De overlevenden – ten tijde van de opname stokoude mannen geworden - waren nog elk jaar bijeen gekomen op 5 mei, de sterfdag van Napoleon in zijn ballingsoord Sint-Helena.
Petrus Marinus Slager maakte in 1875 voor de herdenking van Waterloo in Den Bosch een groepsportret met acht Nederlandse oud-strijders . Hij groepeerde hen rond een buste van Willem II en het vaandel van het genootschap het Zilveren Kruis. De Nederlandse veteranen moesten tot 1865 wachten voor ze met deze onderscheiding werden geërd. Een van de geportretteerden is de bet-bet-overgrootvader van D66-leider Alexander Pechtold, die bij de opening met een foto uit familiebezit in de hand probeerde vast te stellen wie precies. De man links onder? Wie weet, hij hoopt er ooit een keer zekerheid over te krijgen.
Bijzonder op de presentatie – uit de eigen collectie, zelden te zien - zijn ook de tekeningen die Pieneman als studie voor zijn schilderij maakte. De hectiek van de strijd voelt op deze levendige tekeningen in zwart krijt spannend dichtbij. Wexy, het opgezette paard van Willem II dat het bloedvergieten overleefde, mocht er na de grote tentoonstelling over de kunstcollectie van zijn baas in Dordrecht, ook weer bij zijn in het Rijksmuseum.
Bij uitgeverij Boom verscheen ter gelegenheid van de herdenking ‘Waterloo. 200 jaar strijd’, een met aanstekelijk plezier geschreven analyse – met prachtige illustraties - van Jurriën de Jong, Ben Schoenmaker en Jeroen van Zanten. Hun conclusie: het wetenschappelijke gekissebis over wat en wie de doorslag bij de overwinning gaf, zal ongetwijfeld doorgaan. Komt de hoogste eer Wellington toe, zoals de Engelsen onveranderlijk claimden? Al lang niet meer. Dankzij de demythologisering van Waterloo leert het schaakspel van de slag inmiddels veel meer mitsen en maren over manoeuvres die ook de kwaliteiten van de andere aanvoerders recht doen.
De auteurs hebben rijkelijk geput uit ooggetuigenverslagen, ook van ‘gewone’ manschappen. Zoals dat van Hendrik Munter van de Brigade Detmers, die in een brief aan zijn ouders blij en opgelucht liet weten: ‘dat ik nog Vris en Gezond ben en ik heb in ’t Geheel geen Letzel gehad’. Ook toonde hij zich trots op de Nederlanders die als leeuwen hadden gevochten om de ‘dwingeland’ Napoleon een halt toe te roepen: die grote gebeurtenis had zich voltrokken ‘kort by een dorp genaamd Waaterloo’. Véél terug naar 1815, in deze herdenkingsmaand ook in het Rijksmuseum: een mooi initiatief om ook hier de geschiedenis dichtbij te halen.
‘Ooggetuigen van Waterloo’ is te zien tot en met 27 september. Het Rijkmuseum organiseert op 25 juni een speciale lezingen-avond rondom de presentatie, voor meer informatie: www.rijksmuseum.nl.
‘Waterloo. 200 jaar strijd’ door Jurriën de Jong, Ben Schoenmaker en Jeroen van Zanten, uitgeverij Boom, 19,90 euro. www.uitgeverijboom.nl