Op weg naar een Vreemde Stad: Ilya en Emilia Kabakov in Grand Palais en Musée Maillol

Grand Palais, foto Boudewien Westra

Grand Palais, foto Boudewien Westra

Door Martin Adrichem en Antje von Graevenitz

* Nog nooit heeft een kunstenaar de grote koepelzaal van het Grand Palais in Parijs gebruikt voor een soort heilige tempelstad. Hoewel Ilya (1933) en Emilia Kabakov (1945) hun opleiding genoten tijdens het Sovjet-tijdperk met herinneringen aan de Russische Avantgarde van het Suprematisme van Malevich, is het echtpaar met deze achtergrond nog zelden bezig. De Kabakovs zoeken nu naar vormen en onderwerpen die de globale kunstgeschiedenis te bieden heeft: een portaal, tempels, rituelen, kapellen en science-fiction, filosofie over de innerlijke en de buiten-ruimte, de religie van het algemene Ik en de creatieve kunstenaar in relatie met de triviale vergankelijkheid. Dit alles in een spierwit ommuurde ‘l’étrange cité‘ direct onder de fabuleuze koepel van glas en staal in overdonderend licht (als de zon het toelaat).

Hun Vreemde Stad oogt als een hitte en vijanden afstotende woestijnstad. Door de invloed van Emilia - van huis uit pianiste – is er af en toe wel een spirituele adempauze. Aan het begin van hun ‘cité‘ staat een reusachtige koepel met een podium. Daar worden bijna dagelijks optredens en performances gehouden.

Nadat de bezoeker door de witte poort is gelopen, die een rituele ingang van een inmiddels ruïneus verleden moet voorstellen, komt hij in een paleisachtig ouderwets gedecoreerde ruimte met een lange bank. Daar kan men in zichzelf gekeerd de ‘Passacaglia’ van J.S. Bach beluisteren.

Dit is Het Lege Museum. Het effect moet zijn: rust, harmonie en alle zinnen opengezet, als voorbereiding voor het bezoek aan vier tempeltjes, waarbij elk een ovale cella met een omgang heeft. In elke cella bouwden de Kabakovs houten modellen voor een fictieve wereld zoals men die vanouds in de Aziatische wereld voor de zogenoemde kalendergebouwen kent: kosmisch aandoende bouwsels, bijvoorbeeld voor de winning van aardse energie voor de menselijke creativiteit. Een ándere tempel, waarin haast monochrome schilderijen op nepschoolborden nog net de minieme gedaante van een Russisch-orthodox altaar laten ontdekken. Op zich is zo‘n altaar ook als poort tot de religieuze hemel bedoeld.

Niet zo vreemd dus, dat in weer een andere tempel de menselijke ontmoeting met een engel wordt aanbevolen. Weliswaar lijken de kleine zwevende engeltjes, die Kabakov van hout heeft gebeiteld, potsierlijk met een vleugje kunstnijverheid, toch blijft het idee aandoenlijk. Iedereen wordt aangeraden zich thuis per dag gedurende tien minuten zittend aan een tafel voor te stellen hoe men een engel zou kunnen ontmoeten.

Op tekeningen die in de omgang van de ‘tempel-cella’ hangen, is vaak een mannetje te zien dat op het uiteinde van een schuine ladder zijn armen naar de hemel uitstrekt. Eindelijk begrijpt de Nederlandse bezoeker (uit Amsterdam bovendien) de betekenis van het kunstwerk van de Kabakovs in de Amsterdamse 1e Constantijn Huygensstraat dat op het dak van de psychiatrische inrichting Mentrum staat. Het is precies deze naar de hemel wijzende ladder met het mannetje. ‘Folia’ (gekte) is voor Kabakov een goede basis om spiritueel buiten zijn grenzen te kunnen gaan.

In het Grand Palais lijkt het alsof Kabakov zichzelf als schilder extra wil profileren, want zijn Vreemde Stad eindigt met twee hoge kapelgebouwen: de Witte Kapel toont allerlei fragmenten van typisch Russisch aandoende 19e eeuwse landschapjes en dorpsgezichten in lichte kleuren, de Donkere Kapel ernaast toont reusachtige donkere schilderijen met portretten van het echtpaar bij het ontvangst van een prijs in Tokio. Hoewel het lijkt alsof de portretten van foto’s zijn overgenomen, zijn het schilderijen.

Hier worden ze al tijdens hun leven verheerlijkt: om precies te zijn persoonlijke kunst en haar vergankelijkheid en niet meer een spirituele of religieuze utopie. Of is hier sprake van een knipoog naar beroemde kunstenaar-musea als dat van Picasso, zonder dat eigen trots op reeds bereikte faam is bedoeld? Zo roept deze ‘cité‘ van de Kabakovs vele gedachten en discussies op.

Gelijktijdig opende in het Musée Maillol een oudere installatie van Kabakov, waarin hij op amusante wijze de gevolgen van een Russische gemeenschapskeuken toont zoals die in het Stalin-tijdperk moest functioneren: in een gemeenschappelijk appartement werd de keuken door meer families gedeeld. Elk gezin had zijn eigen kookgedeelte: chaos, stank en strijd waren aan de orde van de dag. De geur maakt, gelukkig misschien, nu geen deel uit van deze installatie, maar luidsprekers omgeven de bezoeker wel met de Russische gesprekken van wat een dagelijkse nachtmerrie moet zijn geweest.

Vergeleken met de revolutionaire utopieën van de Russische Avantgarde lijkt het universum van de Kabakovs meer traditioneel getint en religieus. Dat maakt hun werk minder ‘fris‘. Toch is ook bij hen de hoop gevestigd op het antwoord op de vraag die ze zichzelf – en de kijker – al in 2007 stelden: ,,Hoe veranderen we onszelf?‘‘

De expositie in het Grand Palais duurt tot en met 22 juni, die in Musée Maillol tot en met 20 juli. Voor meer informatie: http://www.grandpalais.fr en www.museemaillol.com

 

Grand Palais, foto Boudewien Westra

Grand Palais, foto Boudewien Westra

 

 

Reageren