* Het project ‘Open Joodse Huizen’, dat in 2012 voor het eerst werd georganiseerd in Amsterdam en vorig jaar in zes steden, is op 3,4 en 5 mei dit jaar wegens grote belangstelling uitgebreid naar acht steden: Amsterdam, Haarlem, Den Haag, Rotterdam, Groningen, Leeuwarden, Tilburg en Elburg. Initiatiefnemer voor ‘Open Joodse Huizen’ is Sjoa-onderzoeker Denise Citroen: ,,Een huis is op zijn eigen manier een verhalendrager en het is mooi om dat één keer per jaar te belichten.’’
Ze vond een partner in het Joods Historisch Museum (JHM). Daar wordt sinds 2006 het Digitaal Monument voor de Joodse Gemeenschap in Nederland beheerd, website met persoonsgegevens ter nagedachtenis van de meer dan 104.000 Nederlandse joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden omgebracht.
Met als uitgangspunt de adressen en namen van het ‘Community Joods Monument’ (zie www.communityjoodsmonument.nl, voortgekomen uit het Digitaal Monument) vertellen directe getuigen, nazaten en kenners in de huizen waar joden woonden of verbleven over hun vooroorlogse leven en de afschuwelijke gebeurtenissen tussen 1940 en 1945. De programma’s in de acht steden staan op de website www.openjoodsehuizen.nl. In Elburg, bijvoorbeeld, vertelt Constant Vecht aan de Beekstraat 38 over de rol van de familie Vecht in de joodse geschiedenis van de stad. Deborah Lipschits zit in Rotterdam klaar op het adres Agniesestraat 59b, waar ze vertelt over haar vader Isaac Lipschits aan de hand van zijn boek ‘Onbestelbaar’.
Op de site vinden geïnteresseerden ook een handleiding om zelf een nieuw lokaal project van de grond te tillen. ‘Joodse Huizen’ heeft inmiddels ook een app, met onder meer een kaartje waarop deze in één oogopslag zichtbaar worden. Het verbaasde niet dat de kaart van Amsterdam een hoge ‘score’ heeft, maar de Shoa greep Museumkijker toch onverwacht bij de keel: ook haar buurpand bleek bewoond door joden die niet meer terugkeerden.