*Freek Heijbroek, oud-conservator van het Rijksmuseum, heeft zijn zoveelste boek geschreven waarin hij (kunst)historische feiten geanimeerd met anekdotes mixt: ‘Amsterdam in aquarel en pastel 1860-1925’. Verdeeld over thema’s als ‘vertier’, ‘winkelstraten’, ‘grachten en bruggen, ‘breken en bouwen’ en ‘Artis’ verkent Heijbroek de stad in gezelschap van Breitner, Israëls, Witsen, Mondriaan, Gestel en tijdgenoten als Nicolaas van der Waay en August Allebé. Een uitgave vol moois, straks ook te bekijken op de gelijknamige expositie in het Stadsarchief Amsterdam in de Vijzelstraat. Na heropening in elk geval tot en met 11 juli.
Leo Gestel vereeuwigde in 1906 in potlood en penseel in kleur gasten op het zonnige terras van De Kroon, een drukbezocht café op het Rembrandtplein dat in september 1898 opende tijdens de kroningsfeesten van koningin Wilhelmina. Vanuit de Reguliersbreestraat nadert de elektrische tram 9, op weg naar de Watergraafsmeer. Heijbroek citeert hier Breitner: ‘die leelijke zielloze doos’. Breitner betreurde de afschaffing van de paardentrams zeer, zo is elders in het boek uitvoeriger te lezen. Nicolaas van der Waay ging op 11 april 1888 naar de opening van het Concertgebouw, een avond met 120 musici en 505 koorleden. In de pauze maakte hij schetsen voor aquarellen. Er stonden nog tafeltjes in de zaal en het publiek kon consumpties bestellen. Na het afhaken voor een dienstverband van Henri Viotta – de dirigent tijdens de opening – kreeg Willem Kes de opdracht een professioneel orkest te formeren. Kes was streng, de tafeltjes verdwenen. Heijbroek: ‘Ook moest praten tijdens de muziek tot een minimum beperkt blijven.’
August Allebé – hoogleraar aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten en vanaf 1880 ook directeur – nam zijn leerlingen graag mee naar Artis. In 1874 maakte hij een aquarel van de zeehondenvijver, om heimwee van te krijgen nu ook de dierentuin nog dicht is. Uit de collectie van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap komt ‘De Nieuwendijk’, een straatbeeld uit 1908 van Herman Misset met potlood, pen in zwart en penseel in kleur. Zijn stadsgezichten waren tot in detail nauwkeurig, hij vond zichzelf een vakman, geen kunstenaar. Heijbroek informeert over de – wegens groot succes ter plekke - geplande nieuwbouw op de Nieuwendijk.. De noodwinkel op de Dam liep echter zo goed dat Arthur Isaac Goudsmit – neef van de inmiddels overleden stichter Simon Philip - op zoek ging naar geldschieters om daar een nieuw pand te bouwen. Dat lukte, in 1914 werd de huidige Bijenkorf gerealiseerd.
‘Amsterdam in aquarel en pastel 1860-1925’ door J.F. Heijbroek. 176 pagina’s met 200 illustraties in kleur, uitgeverij THOTH, 24,95 euro.
http://www.amsterdam.nl/stadsarchief/