Roman Vishniac (her)ontdekt in Joods Historisch Museum: Berlijn in puin in 1947

Berlijn 1947, Roman Vishniac. foto Joods Historisch Museum

Berlijn 1947, Roman Vishniac. foto Joods Historisch Museum

* Berlijn in puin in 1947: de foto is van de joodse Russisch-Amerikaanse fotograaf Roman Vishniac (1887-1990), even terug in de stad waar hij in 1920 terecht was gekomen in de nasleep van de Russische Revolutie. De foto hangt op de expositie ‘Roman Vishniac (re)discovered’ in het Joods Historisch Museum (JHM), een adembenemend overzicht met nooit eerder in Nederland getoond werk. Het werd samengesteld door curator Maya Benton van het International Center of Photography (ICP) in New York.

Vishniac werd  wereldwijd bekend met zijn foto’s van verdwenen joods leven in Oost-Europa. Ook Benton, zelf  joods, was opgegroeid met zijn fotoboeken. Toen ze, nog als ICP-stagiaire, met zijn dochter Mara contact zocht, leverde dat een goudmijn aan nieuw materiaal op: Mara had nog zo’n 10.000 negatieven van haar vader in beheer. Losgeknipt en zonder bijschriften kostte het Benton zes jaar speurwerk om de nagelaten schat zover in kaart te brengen dat er een (reizende) tentoonstelling van kon worden gemaakt.

De  expositie is chronologisch opgebouwd rond de centrale thema’s van zijn werk. De opmaat vormt straatfotografie in het nog zorgeloze Berlijn van de jaren twintig-dertig, waarna Vishniac de machtsovername door de nazi’s in het straatbeeld tussen 1933-1937 registreerde, met vaak zijn dochter als ‘figurant’ om niet op te vallen. Intussen fotografeerde hij in die Berlijnse jaren activiteiten van joodse maatschappelijke hulporganisaties. En tussen 1935 en 1938 - in opdracht van het Europese hoofdkantoor van het American Jewish Joint Committee - joods leven in Oost-Europa. Nederland bezocht hij in 1939 voor een reportage in het werkdorp Nieuwesluis, het agrarische opleidingskamp voor joodse jongeren in de Wieringermeer die naar Palestina wilden emigreren,

Vishniac en zijn familie vonden een veilig heenkomen in de VS, waar hij zijn inkomen verdiende met een goed lopende portretstudio. Foto’s van Marc Chagall en Albert Einstein getuigen van zijn uitstekende netwerk. Vanaf 1941 bracht hij in zijn nieuwe vaderland het joodse gemeenschapsleven in New York en veel immigranten en vluchtelingen in beeld. Zoals de zusjes Marion, Renate en Karen Gumprecht uit Hamburg, die op 12 september 1941 in New York arriveerden aan boord van het Spaanse vrachtschip S.S. Navemar. Gebouwd voor 15 passagiers zat het schip tot de nok toe vol met ruim 1100 vluchtelingen, verhaalt het bijschrift bij deze foto.

Hun vader Werner herinnerde zich later: ‘De Navemar was niet het paradijs waar we op hadden gehoopt toen we onze tickets kregen. Het was werkelijk een hel – maar heeft ons leven gered.’ Vishniac was ook daar op tijd bij: hij fotografeerde de zusjes kort na hun aankomst in Central Park.

Benton in het JHM Magazine: 'Op elke locatie waar de tentoonstelling te zien is geweest, hebben mensen zich gemeld die familieleden en locaties op de foto's hebben herkend. In de tentoonstelling of in het online-archief. Het is prachtig om te horen dat jonge mensen met hun ouders of grootouders achter de computer zijn gekropen om samen die foto's te identificeren en het verleden te ontrafelen. Ik hoop dat zoiets ook in Nederland zal gebeuren.'

De expositie ‘Roman Vishniac (re)discovered’ in het Joods Historisch Museum duurt tot en met 24 augustus. Voor meer informatie: www.jhm.nl

De zusjes Marion, Renate en Karen Gumprecht in Central Park New York, 1941, veilig aangekomen na hun vlucht uit Hamburg, Roman Vishniac, foto Joods Historisch Museum

De zusjes Marion, Renate en Karen Gumprecht in Central Park New York, 1941, veilig aangekomen na hun vlucht uit Hamburg, Roman Vishniac, foto Joods Historisch Museum

Reageren