De nieuwe vleugel van Museum Singer in Laren – bestemd voor de Nardinc Collectie van Jaap en Els Blokker - werd in aanwezigheid van prinses Beatrix vorige maand feestelijk geopend met de expositie ‘Sluijters en de modernen’. Zwaartepunt van de collectie zijn meer dan veertig werken van Jan Sluijters, omringd door tijdgenoten als Kees van Dongen, Kees Maks, Jan en Charley Toorop.
Door Lucie Th. Vermij
Vier jaar geleden hoorde Singer Laren dat het een grote schenking zou ontvangen van Els Blokker-Verwer: de collectie van Els en Jaap Blokker, naar hun Gooise landgoed Nardinclant de Collectie Nardinc genoemd. Na de dood van haar echtgenoot besloot Els Blokker ook de huisvesting te financieren, onder voorwaarde dat de uitbreiding niet de Blokker-vleugel zou gaan heten. De nieuwe vleugel met gevels van rode baksteen is ontworpen door Bedaux de Brouwer Architecten en ziet er uit alsof hij er altijd al gestaan heeft.
In de catalogus bij ‘Sluijters en de modernen’ verhaalt conservator Roby Boes hoe de Blokkers in de jaren zestig op een Londense rommelmarkt hun eerste schilderijtje kochten met daarop een kop van een oude man met baard in een mystieke lichtbundel. Een Rembrandt, hoopten zij. Niet dus. Daarna lieten zij zich bij hun kunstaankopen adviseren door kenners. Een van hun belangrijkste adviseurs was Renée Smithuis, kunsthandelaar en expert op het gebied van de Bergense School.
De collectie is geworden wat-ie is door de persoonlijke voorkeuren van de Blokkers: een overzicht van het Nederlandse modernisme in de eerste helft van de 20ste eeuw met 41 werken van Sluijters en ruim 70 werken van tijdgenoten als Leo Gestel, Kees Maks, Kees van Dongen, Ferdinand Hart Nibbrig, Theo van Rysselberghe, Jan en Charley Toorop, Jo Koster, Else Berg en Carel Willink. Kenmerkend zijn vrolijke onderwerpen, vaak in felle en contrastrijke kleuren, een verscheidenheid aan uitbundige voorstellingen geschilderd vanuit het gevoel. Stralende luministische landschappen, fleurige bloemenpracht, swingende danseressen en kleurrijke portretten, het schilderplezier spat ervan af. De Blokkers hebben niet de ambitie gehad een representatief kunsthistorisch beeld van begin 20e eeuw te geven. Daarom hangt er geen abstract werk van bijvoorbeeld Piet Mondriaan, Theo van Doesburg en Bart van der Leck.
Het modernisme in de beeldende kunst begon in 1863 in Parijs met de Salon des Refusées (Tentoonstelling van Geweigerden). In Nederland pakten kunstenaars begin 20e eeuw de vrijheden van het modernisme op. Nestor van de stroming was Jan Toorop, voortrekkers waren Kees Maks en Kees van Dongen. Jan Sluijters (1881-1957) had aan de Rijksacademie in Amsterdam een traditionele kunstopleiding gevolgd en maakte in 1906 in Parijs kennis met het werk van Van Dongen en Maks. Hier ontdekte hij dat realistisch weergeven van de werkelijkheid zoals hij dat had geleerd, niet de enige optie was. In de Franse hoofdstad zette hij met zijn beelden van het moderne stadsleven in felle kleuren, grote vlakken en losse penseelvoering de toon voor veel Nederlandse kunstenaars. Aansluitend ging hij in Laren wonen, waar hij vele prachtige landschappen maakte. Vervolgens trok hij naar Amsterdam.
‘Sluijters en de modernen’ is ingedeeld rond de thema’s ‘Feest’, ‘Kleur’, ‘Naakt’ en ‘Portetten’. De thema’s hangen deels samen met de periodes in zijn werk: Parijs, het landschap, portretten, abstractie en naakten. Hét icoon van de Collectie Nardinc is Sluijters portret van zijn tweede vrouw en grote liefde Greet van Cooten (1910). Vlammend door een palet aan emoties doet zij op de een of andere manier sterk aan Lady Di denken. Met felle oranjerode, blauw-turquoise en paarse kleurcontrasten heeft hij zijn verliefdheid uitgedrukt. Dat luidt een nieuwe periode in waarin hij na vooral landschappen portretten gaat schilderen Sluijters wilde niet alleen de sensatie van het licht schilderen, maar ook uitdrukking geven aan het innerlijk licht en de psyche van zijn modellen.
Meer dan ooit is het een feest om het Singer te bezoeken. De Nardinc Collectie maakt het museum nog belangrijker dan het sinds 1956 al was door de collectie van het Amerikaanse echtpaar William en Anna Singer. Hun verzameling omvatte werk van Franse schilders uit de omgeving van de School van Barbizon, bevriende Amerikaanse kunstenaars en impressionistisch werkende Gooise kunstenaars. Daarnaast lag de nadruk op het Nederlands impressionisme. Sindsdien kon Singer Laren de collectie uitbreiden door aankopen, schenkingen en bruiklenen, aanvankelijk vooral schilderijen uit de Haagse School en Amsterdamse impressionisten. Grote schenkingen waren werken van Ferdinand Hart Nibbrig en de collectie Groeneveld. In 2015 kreeg het museum van Renée Smithuis een omvangrijke collectie schilderijen van de Bergense school.
Wie na de ruim 100 werken van de Nardinc Collectie nog niet genoeg heeft gezien kan ‘Het gevoel van Singer’ bekijken. Met een palet aan gevoelens: Melancholie, Uitbundigheid, Angst, Intimiteit en Hoop in werk van Max Beckmann, Elsa Berg, Co Breman, Raoul Dufy, Leo Gestel, Jacoba van Heemskerck, Max Liebermann, Lou Loeber, Anton Mauve, Evert Pieters, Jan Sluijters, Jan Toorop, Charley Toorop, Auguste Rodin, Aat Veldhoen, Floris Verster, J.H. Weissenbruch, Willem Witsen en vele anderen.
Aan het eind van mijn bezoek viel mij het gedicht ‘Reisbrief’ van de dichter Bergman - pseudoniem van Aart Kok (1921-2009) – te binnen. Dat eindigt met de strofe: ‘en verder is hier alles prachtig, het wordt me soms wel eens té machtig.’
De tentoonstelling ‘Sluijters en de modernen’ is te zien t/m 28 augustus 2022.
www.singerlaren.nl/sluijtersendemodernen
Singer Museum, Oude Drift 1, 1251 BS Laren
Catalogus: ‘Sluijters en de modernen. Collectie Nardinc’, Singer Laren / Waanders, ISBN 9789462624184, € 24,95