Door Hannah van Herk
*Op donderdag 9 mei was het precies 100 jaar geleden dat de Tweede Kamer de wet aannam waarmee het algemeen kiesrecht voor vrouwen en mannen in Nederland een feit werd. Wat daar allemaal aan vooraf ging, is te zien op de bezienswaardige tentoonstelling: Strijd! 100 Jaar Vrouwenkiesrecht in het Groninger Museum.
Aan de hand van vaak verrassende objecten wordt een beeld geschetst van een nationale beweging met afdelingen in het hele land en uitstekende internationale contacten wereldwijd. Strijd! geeft een kijkje in de keuken van de campagnes die in ons land van Gorcum tot Groningen en Tilburg tot Ten Boer werd gevoerd met marsen, manifestaties en weldoordachte marketing.
Het was eeuwenlang zo vanzelfsprekend dat de vrouw géén factor van betekenis was in het publieke domein, dat het stemrecht haar niet eens expliciet ontzegd was. De kieswet had het alleen over ‘Nederlanders’ en ‘ingezetenen’. Maar toen huisarts en feminist Aletta Jacobs zich in 1883 in Amsterdam wilde laten registreren als kiezer, kreeg zij nul op het rekest. Volgens Jacobs voldeed ze als arts aan alle eisen, ook de inkomenseis, maar B&W van Amsterdam gingen er niet in mee: '(..) adressante moge zich dan al beroepen op de letter der Wet, volgens den Geest onzer Staatsinstellingen is aan de vrouw geen kiesrecht of stemrecht verleend.' Dit oordeel werd tot aan de Hoge Raad toe bevestigd en in 1887 werd officieel in de Grondwet vastgelegd dat vrouwen geen kiesrecht hadden. Pas 30 jaar later, bij de grondwetswijziging van 1917, kregen vrouwen passief kiesrecht. Actief kiesrecht bleef een privilege voor mannen, al maakte de Grondwet het wel mogelijk dat het actief kiesrecht via een gewone wetswijziging uitgebreid zou kunnen worden.
In 1919 gebeurde dit eindelijk door het wijzigen van drie woorden in de Kieswet: In artikel 1 en 9 werd het woord 'mannelijke' weggehaald, in artikel 54 veranderde men 'mannen' in 'personen'. Met veel gevoel voor dramatiek hebben conservator Egge Knol en gastconservator Mineke Bosch die ene cruciale bladzijde van wetswijziging een hele zaal voor zich alleen gegeven. Achter glas, op een rood kussen en fraai uitgelicht.
De overige acht zalen van de expositie Strijd! 100 Jaar Vrouwenkiesrecht hebben Egge Knol (conservator geschiedenis bij het Groninger Museum) en Mineke Bosch ( hoogleraar Moderne Geschiedenis aan Rijksuniversiteit Groningen) gevuld met uiteenlopende objecten. Schilderijen, vaandels, foto’s, cartoons, historische documenten en een voor de tentoonstelling gemaakte korte film schetsen de turbulente geschiedenis rondom de vrouwenkiesrechtbeweging in Nederland. Tot in de kleinste plaatsen waren afdelingen van de in 1894 opgerichte Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht te vinden, maar de actie werd wereldwijd gevoerd en de Nederlanders waren in deze internationale strijd prominent aanwezig.
Een zaal is gewijd aan de vaandels die de verschillende afdelingen tijdens optochten bij zich droegen. De rijkere afdelingen lieten hun banieren door naaiateliers vervaardigen, terwijl de vrouwen in minder financieel krachtige plaatsen hun vaandel zelf borduurden. Ze gebruikten dezelfde kleuren: roomwit en goud. Om te benadrukken dat vrouwenkiesrecht niet alleen een zaak voor moderne vrouwen uit de betere standen was, maar voor álle vrouwen, werd er voor in de beeldvorming (manifestaties, folders) veel gebruik gemaakt van klederdracht.
De strijd werd gevoerd met moderne middelen; de ansichtkaarten die voor de goede zaak werden gemaakt fungeerden als het Twitter van 100 jaar geleden.
De cartoons en tekeningen met werk van o.a. Leo van Gestel, Albert Hahn, Johan Braakensiek) zijn vaak pareltjes, al was in sommige gevallen iets meer uitleg van de context wel prettig geweest.
De Hall of Fame, in het hart van de tentoonstelling, bevat schitterende portretten (en een enkele buste, ook een enkele man) van bekende en minder bekende voorvechters van de 'vrouwenzaak'. Wat de tentoonstelling voor mij in het bijzonder boeiend maakte, zijn de inkijkjes in de levens van de mensen – en, laten we wel zijn, voornamelijk vrouwen.
Dat politiek en actievoeren ook onlosmakelijk met het persoonlijke is verbonden, kun je zien op de wand met daarop een aantal albumbladen, verzameld door de Nederlandse pacifiste en activiste Rosa Manus voor de Amerikaanse Carrie Chapman Catt (1859-1947). Chapman Catt was een van de oprichters en eerste voorzitter van de International Women Suffrage Alliance. Voor haar 70e verjaardag maakten afdelingen vanuit de hele wereld albumbladen voor haar. Ze illustreren dat overal in de wereld actie werd gevoerd door vrouwenkiesrecht. Ontroerend vond ik de pagina die Aletta Jacobs voor haar strijdmakker maakte. Er staat een foto op van beide vrouwen (Carrie met een hoed als een hutkoffer, Aletta met parasol), volgens het bijschrift genomen in de tuin van de American club in Hankou (China) in 1912. Zestien jaar later schrijft Aletta Jacobs:
'What a time between then and now! How young and energetic we both were! I envy ourselves. I feel as old as Methusalem and as weak as a chicken now.
The only thing what interests me now is how it will be in the world of the spirits, if there exists equality of the sexes. I hope not, if there was, it would be too dull for me. You would there find enough to do, spirits always quarrel. Aletta'
Aletta Jacobs overleed in 1929. De tentoonstelling is een gevarieerd, mooi en af en toe ontroerend eerbetoon aan haar en allen die deze strijd hebben gevoerd.
De tentoonstelling in het Groninger Museum is tot en met 15 september 2019 te zien. Voor meer informatie: http://www.groningermuseum.nl