Superieur werk Isaac Israëls en Hendrik Mesdag voor even in Museum Gouda

Isaac Israëls: Jonge vrouw roeiend over de Theems. Eigen foto, detail

Isaac Israëls: Jonge vrouw roeiend over de Theems. Eigen foto, detail

* De Amsterdamse impressionist Isaac Israëls (1865-1934) zorgde deze week met zijn papagaaienverzorger Ponsen in de Haagse dierentuin voor het hoogste verkoopbedrag (289.500 euro) op de veiling Oude Meesters/19-de eeuwbij Christie’s Amsterdam. Het zomerse tafereel vol virtuoze kleuraccenten werd gekocht door een ‘Europese verzamelaar’, aldus Christie’s.

Cees Kamerbeek werd al eerder de gelukkige bezitter van nog zo’n verrukkelijk werk van Isaac Israëls: ‘Jonge vrouw roeiend over de Theems’. Is een werk eenmaal in handen van een verzamelaar, kan de buitenwereld er nog maar zelden van genieten. Dat Kamerbeek zijn Israëls aan Museum Gouda in bruikleen wilde geven voor de tentoonstelling ‘Van Daubigny tot Weissenbruch’ is dan ook een succes waarvoor het museum de vlag op zijn monumentale eeuwenoude huisvesting mag uithangen.

Met zijn rijkdom aan details (het rode lint om de hoed, haar ogen, de blauwe sjerp om haar middel, de vele kleurschakeringen in het water) is het schilderij een feest voor het oog. Kamerbeek trots in de laatste nieuwsbrief van het museum: ‘Het is een heel lichte, vrolijke Israëls, een contrapunt in deze prachtige tentoonstelling. Ik hoop dat heel veel bezoekers naar ons schilderij komen kijken.’

Met ‘Bomschuiten op zee’ van Hendrik Mesdag (1831-1915) zorgt ook bruikleengever Ad Bouwmeester op de expositie voor een hoogtepunt. Mesdag stond bekend als de beste zeeschilder van zijn generatie en realiseerde ook op dit werk een superieur-geraffineerde combinatie van water en schepen. In de nieuwsbrief laat Bouwmeester weten dat hij het ooit op de TEFAF kocht: ‘Mijn vrouw Ineke viel ervoor. Mesdag heeft heel veel geschilderd, maar dit zeegezicht is een van zijn toppers.’ Na afloop gaat het weer terug naar zijn studeerkamer.

De collectie van Museum Gouda werd in 1965 verrijkt met de Haagse School en School van Barbizon door een legaat van de Haagse verzamelaar Paul Arntzenius. Daaruit werden zestig werken voor de tentoonstelling ‘Van Daubigny tot Weissenbruch’ gemaakt. Arntzenius verzamelde rondom het credo ‘Vibratie van de stilte’ en vond daar ook werk van voortreffelijke negentiende-eeuwse schilders als Courbet, Redon, Fantin-Latour, Gabriël, Tholen, Maris en Mauve bij passen. De Galerijzalen van het museum zijn voor deze gelegenheid ingedeeld in kabinetten waarin steeds het werk van één schilder hangt. Het museum hoopt dat daarmee ‘de herkenbaarheid van de grote meesters van de School van Barbizon en de Haagse School toeneemt’: ‘In de praktijk valt vaak op dat bezoekers turen naar het naambordje terwijl ze voor een schilderij staan.’

Bezoekers die behoefte hebben aan extra basisinformatie over Barbizon/Haagse School en de belangrijkste schilders, komen bij deze expositie overigens wel erg schamel aan hun trekken. Die ontbreekt en op de naambordjes bij de schilderijen staat zelfs niet vermeld in welk jaar ze werden gemaakt. Misschien een gevolg van de bezuinigingen op cultuur?

De expositie ‘Van Daubigny tot Weissenbruch’ in Museum Gouda duurt tot en met 10 januari. Voor meer informatie: www.museumgouda.nl

Hendrik Mesdag, Bomschuiten op het strand. Eigen foto, detail

Hendrik Mesdag, Bomschuiten op het strand. Eigen foto, detail

Reageren