*Wat mankeerde Vincent van Gogh? Welke medische feiten zijn nog met zekerheid vast te stellen over een patiënt die al in 1890 is overleden? En welke oorzaken voor zijn lijden hoogstens aannemelijk te maken? Er zijn sinds de jaren twintig van de vorige eeuw door medici en psychologen al van allerlei diagnoses gesuggereerd. Een greep uit het lijstje: epilepsie, cycloïde psychose , de ziekte van Menière, syfilis, bipolaire stoornis, de stofwisselingsziekte porfyrie en alcoholmisbruik. Het internationale medische gezelschap dat zich de afgelopen over Vincent boog in het kader van de expositie ‘De waanzin nabij. Van Gogh en zijn ziekte’ toverde ook dit keer geen ei van Columbus op tafel.
Na uitvoerige brainstormsessies stelde prof. dr. Arko Oderwald vandaag in de samenvatting dat we alleen met medische zekerheid kunnen weten dat Vincent een psychose-aanval had toen hij op 23 december 1888 een oor afsneed. Mogelijke oorzaken die tot deze aanval hebben geleid: alcoholmisbruik, slaapgebrek/uitputting, stress over zijn werk en relationele problemen met Gauguin, collega-kunstenaar die op dat moment bij hem in Arles verbleef.
Ook staat vast dat de psychoses terugkeerden en dat Vincent tussen de aanvallen door relatief helder was. Hij bleef wel angstig, beschouwde zichzelf als een zieke, was somber en had last van een bezorgdheid die niet normaal was.
Over de tijd vóór 23 december 1888 zijn geen ‘zekere’ feiten bekend die erop wijzen dat Vincent een ziekte had. Oderwald streepte resoluut de eerder genoemde mogelijke diagnoses af: syfilis (niet geheel onmogelijk, maar onwaarschijnlijk), porfyrie (niet waarschijnlijk, geen genetische sporen in de familie), ziekte van Menière (niet waarschijnlijk, kan niet bewezen worden), epilepsie (aanvallen kunnen op veel organische problemen wijzen, inclusief alcoholmisbruik, ook geen overtuigend bewijs gevonden dat Vincent epilepsie had).
Sommige deskundigen vermoeden lood- en koolmonoxydevergiftiging, volgens de meerderheid van het symposium niet erg waarschijnlijk. Wél heel waarschijnlijk en bewezen: problemen door alcoholmisbruik, Vincent was een liefhebber van absint, drank met een alcoholpromillage van 70 procent. Wat zijn conditie zeker ook geen goed heeft gedaan, is zijn slechte eetpatroon. Kunsthistoricus Fred Leeman, oud-hoofdconservator van het Van Gogh Museum, verzuchtte aan het slot van de - gedetailleerde - betogen van de medische specialisten: ‘Kan het soms zijn dat we misschien zelfs te véél van Vincent weten?’
De expositie ‘De waanzin nabij. Van Gogh en zijn ziekte’ in het Van Gogh Museum duurt nog tot en met 25 september. Voor meer informatie: http://www.vangoghmuseum.nl