Tussen 1822 en 1876 huisvestte het Mauritshuis het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden. Vanuit Oceanië tot Japan en Nederlands-Indië tot Afrika werden daarvoor duizenden objecten uit een veelvoud aan culturen naar Den Haag gestuurd. Vanzelfsprekend in de 19de eeuw en als kwalijke opvatting nog steeds niet uitgeroeid: die culturen zouden een lager niveau dan die van West-Europeanen hebben. Zo sprak de directeur van het Kabinet zonder dat iemand ervan opkeek, van ‘wilden, halfwilden of halfbarbaren, halfbeschaafden en beschaafden’. Voor ‘Het verdwenen museum’ heeft het […]