* Een dienstbode van het echtpaar Van Gijn kijkt hoever de gasten zijn gevorderd met de volgende ronde van het twaalf gangen-diner dat in de negentiende eeuw op hoogtijdagen werd geserveerd. Eén van haar inspannende taken die dagen was te zorgen dat het hout gestookte fornuis aldoor warm bleef. De wekelijkse maandagse wasdagen waren fysiek het zwaarst met vele uren achtereen was stampen, mangelen, drogen, strijken en opvouwen. Beddengoed en huishoudlinnen werd de deur uitgedaan, overigens maar één keer per half jaar, wat vuil was werd intussen in kisten op zolder gestopt. […]