Het aandeel vrouwelijke architecten in Nederland ligt momenteel nog steeds maar onder de 30 procent en de meeste mensen die je naar vrouwelijke architecten vraagt komen niet veel verder dan Francine Houben en Liesbeth van der Pol. Maar de namen van hun voorgangsters? Uitgeefster Laurence Onstyn van Nai010-Uitgevers wil daar wat aan doen. Zij belooft een reeks boeken op dit terrein, te beginnen Vrouwen in Architectuur. De Kunstlinie in Almere brengt nog tot en met 30 juli de expositie 'Met Karakter', een veel geprezen overzicht van ontwerpen van Liesbeth van der Pol, van 2008 tot 2011 Rijksbouwmeester. Onder haar belangrijke gebouwen is ook het Nederlands Scheepvaartmuseum.
Door Lucie Th. Vermij
In het onlangs verschenen Vrouwen in Architectuur van Nai010 Uitgevers staat in een reeks essays en portretten de vraag centraal hoe vrouwelijke architecten bijgedragen hebben aan de architectuur in Nederland. Dit boek is het eerste in een op te zetten reeks over vrouwen in de architectuur, schrijft uitgeefster Laurence Onstyn in de inleiding, waarin zij schetst hoe bij haar architectuur-uitgeverij Nai010-Uitgevers vuistdikke hardcovers over mannelijke architecten de boekenkasten vullen en dat vrouwen geheel ontbreken. In vergelijking met andere cultuurgebieden is het verhaal over de architectuur hardnekkig masculien, maar ook hier hebben vrouwen wel degelijk hoofdrollen gespeeld.
Dit is trouwens niet het eerste initiatief op dit gebied. Twee jaar geleden verscheen een speciale editie van het online architectenblad A.ZINE (van hoofdredacteur Merel Pit) waarin afleveringen van de rubriek Mevr. de Architect in print gebundeld waren. Negentien interviews met vrouwelijke architecten die vertellen wat ze ambiëren, hoe ze hun carrière vormgeven en waar ze in de praktijk tegenaan lopen. Dit magazine is dankzij printing on demand nog steeds te koop. Vrouwelijke architecten stellen zich vaak zich wat gereserveerd op, want ze willen op hun vakvrouwschap beoordeeld worden en niet op hun gender. Maar als ze meewerken komen er interessante mensen en projecten boven drijven. Werken aan zichtbaarheid, daar zijn veel vrouwen niet zo goed in.
Vrouwen in architectuur reflecteert op de geschiedschrijving in de architectuur en plaatst een aantal architectes van betekenis in de spotlights. Veelzeggend is een middeleeuwse prent uit het 15e-eeuwse feministische boek Cité des Dames van Christine de Pisan, waarin vrouwen bouwen aan een denkbeeldige stad waar vrouwen veiligheid en bescherming krijgen. Zo oud is hun geschiedenis al. Aan het begin van de twintigste eeuw was het nog altijd non done voor vrouwen om te studeren, laat staan een technisch beroep te kiezen waarin je geacht wordt te beschikken over technisch inzicht, toezicht te houden op de bouw, klimmen op steigers, omgaan met aannemers en uitvoerders.
Maar ook al kennen we ze misschien niet, ze waren er wel degelijk. En ze verdienen aandacht en monografieën zodat hun namen in ons geheugen gegrift staan. Zodat ze inspiratie kunnen bieden aan jongere generaties. Neem nou de Utrechtse Truus Schröder aan wie journaliste Jessica van Geel een jaar geleden een prachtige biografie heeft gewijd. En zo zijn er veel meer. Om er een paar te noemen: de eerste (ongediplomeerde) vrouwelijke architect was Margaret Staal-Kropholler (1891-1966) die haar eerste werk in 1917 realiseerde. Ook in 1917 voltooide Grada Wolffensperger (1887-1965) als eerste Nederlandse vrouw een universitaire studie bouwkunde. Erica Smeets beschrijft in haar hoofdstuk ‘De opkomst van vrouwelijke architecten in Nederland’ de pioniers op dit gebied, die allemaal moesten dealen met de verwachting om allereerst het gezin en huishouden te runnen.
Behalve aandacht voor deze pioniersters in de architectuur ook veel aandacht in dit boek dus voor de vraag waarom deze vrouwen een rol van betekenis speelden en toch nu onbekend zijn. Een reden is dat gebouwen vaak het resultaat zijn van samenwerking van meerdere mensen en disciplines en worden ze uiteindelijk aan één persoon toegeschreven. Er heerst in de ontwerppraktijk een grote rivaliteit die plaats zou moeten maken voor samenwerking. Er moeten alternatieve, inclusieve manieren van archiveren komen, en aandacht voor uiteenlopende rollen binnen de architectuur.
Toch vind ik de portretten van diverse architectes het meest interessant. Zoals dat van Manon Peyrot (1927-2014) die in de jaren vijftig tot tachtig in dienst was bij de afdeling Publieke Werken van de Gemeente Amsterdam. Peyrot heeft veel openbare gebouwen in Amsterdam ontworpen, zoals scholen en sportvoorzieningen. In de jaren 50 en 60 ontwierp zij tien schoolgebouwen in de westelijke Tuinsteden en Buitenveldert. De bouwstijl was functionalistisch en vernieuwend en paste goed in de uitbreidingswijken in Nieuw West. Al is het misschien niet een stijl die heden ten dage erg tot de verbeelding spreekt, er valt wel goed vast te stellen welke kwaliteiten in de gebouwen speciaal aan haar toe te schrijven waren. In al haar gebouwen is veel aandacht voor de wensen van de gebruikers en toepassing van moderne technieken. Heldere indeling zodat kleuters de weg in school konden vinden. Geluidswerende plafonds om de kinderstemmetjes te dempen. En kleuterkijkraam om de kinderen kennis te laten maken met de spelende oudere kinderen. Veel warme kleuren als rood en goud. Ook ontwierp zij in 1971 het overdekte Sloterparkbad.
In Rotterdam kwam er in 1946 in het kader van de Wederopbouw een Vrouwelijke Advies Commissie (VAC), die zich met heel veel ontwerpplannen van de Rotterdamse Dienst van Volkshuisvesting heeft bemoeid. In die commissie zaten vrouwelijke architecten, onder wie Wilhelmina Jansen en Ada Kuiper-Struyk, die ervoor zorgden dat het vrouwelijk perspectief meespeelde bij de totstandkoming van de publieke agenda. Zij analyseerden bouwtekeningen om advies te kunnen geven en hielden enquêtes om de opvattingen van vrouwen in architectonische ontwerpcriteria te vertalen. Deze commissie had veel invloed op de naoorlogse bouw in Rotterdam, maar daar is weinig meer van bekend.
Ook ben ik gecharmeerd van het portret van Jakoba (Ko) Mulder (1900-1988) die stedenbouwkundige was en eerst in Delft werkte en vanaf 1930 in Amsterdam. Het Amsterdamse Bos en het Beatrixpark in Amsterdam heeft zij ontworpen en gerealiseerd. Zij streefde in haar ontwerpen naar geborgenheid. Maar er is nauwelijks iets over haar bewaard gebleven.
Het voert te ver om alle namen te noemen van de architectes die behandeld worden in dit introductieboek. Laten we hopen dat dit boek het begin is van een mooie reeks monografieën over deze vrouwen.
Voor meer informatie over de expositie van Liesbeth van der Pol: https://www.kunstlinie.nl
Verder lezen:
- Vrouwen in Architectuur, Documents and histories, ISBN 9789462087620 € 39,95
https://www.naibooksellers.nl/vrouwen-in-architectuur-documents-and-histories.html
- Mevrouw de Architect: https://a-zine.nl/2022/08/25/verkoop-mevr-de-architect/