Door Lucie Th. Vermij
*De musea van Gouda en Groningen hebben momenteel een uitruil van collecties. De tentoonstelling ‘Van Gauguin tot Toorop. Groninger Museum te gast' in Gouda - Randstedeling Museumkijker koos voor deze keer voor alleen dichtbij - toont Franse en Nederlandse schilderkunst uit de 19e en 20e eeuw van kunstenaars als Paul Gauguin, Odilon Redon, Mathijs Maris, Jan Toorop, Floris Verster en Jan Mankes uit de collectie van steenfabrikant en architect Reurt Jan Veendorp (1905-1983).
Veendorp – geboren in Appingedam, gestorven in Bennekom - was bemiddeld, maar niet overdreven rijk. Duurdere kunstwerken betaalde hij in termijnen, zo lees ik in een artikel in NRC uit 2012, het jaar dat de collectie in het Groninger Museum zelf tentoongesteld werd. Veenhof kocht pas na lang wikken en wegen, volgde niet de waan van de dag of de kunstmarkt, maar zijn eigen smaak en intuïtie. Die waren onder meer gevormd door teken- en schilderonderwijs op de Groninger kunstacademie en gesprekken met bevriende kunstenaars. 'Geen enkele kunstenaar maakt uitsluitend meesterwerken', wist hij. 'Wacht rustig af tot het goede komt opdagen.'
In 1968 verkocht Veendorp zijn verzameling voor een zacht prijsje aan de Stichting J.B. Scholtenfonds, die haar in permanent bruikleen gaf aan het Groninger Museum. Werken die Veendorp daarna nog verwierf kwamen via een legaat aan deze stichting ook in het museum terecht. Dat heeft dankzij deze ene particuliere verzamelaar nu een zeer representatieve greep uit de kunst rond 1900 in huis.
De Veendorp-collectie is vergelijkbaar met de collectie van de schilder Paul Arntzenius in Museum Gouda, al bevat de verzameling uit Groningen meer modern werk. En zo ruilen beide musea nu hun collecties uit. De Arntzenius-collectie van Museum Gouda hangt (voor een deel) in Groningen op de expositie ‘Van Courbet tot Israëls, Museum Gouda te gast’.
‘Van Gauguin tot Toorop. Groninger Museum te gast’ is een prachtige tentoonstelling, met bekende namen, maar minder bekend werk. Van Gauguin (1848-1903) hangt er overigens maar één onbekend werkje: ‘De kerk van Vaugirard’ (1879), nauwelijks als een Gauguin herkenbaar. En van Charley Toorop (1891-1955) twee stillevens, een met appels en een met flessen, die ook niet haar meest belangrijke werken zijn. Het affiche van de tentoonstelling zoomt in op een detail van het schilderij ‘Klaprozen, kamille en haagwinde in een vaas’ van Odile Redon (1905), dat op de tentoonstelling een beetje onopvallend in een hoekje hangt.
Ter plekke springen er hele andere schilderijen uit. Vooral die van de Leidse schilder Floris Verster (1861-1927), indertijd bevriend met collega-schilders George Hendrik Breitner en Jan Toorop. Vooral zijn schilderij ‘Anemonen met bladeren’ (1889) springt je tegemoet. Het werk vormt het centrum vormt van een wand met natuurstillevens. Veenhof was een groot bewonderaar van Verster, er hangen wel acht werken van hem.
Wie ook opvalt is Willem Bastiaan Tholen (1860-1931), vertegenwoordiger van de Haagse School, aanwezig met prachtige subtiele grijze waterlandschappen, waarvan ‘Dukdalf’ (1919) het meest blijft hangen. Ik ben erg verrast door dit werk en verheug mij nu al op de overzichtstentoonstelling in 2020 in het Dordrechts Museum van deze onderbelichte schilder.
In de zaal met 'moderne kunst' hangen veel kunstenaars die gespecialiseerd zijn in lege verstilde landschappen, zoals van Jan Voerman (1857-1941) en Dirk Nijland (1881-1955). Voerman woonde in de buurt van Kampen en Hattem. Een tijd lang schilderde hij vooral de Nederlandse wolken boven de IJssel. Zijn landschappen zijn zo mooi lieflijk en verstild dat hedendaagse beelden van wegen en bruggen en bebouwing rond de IJssel zich onwillekeurig opdringen. Wat is er met Nederland gebeurd? Dirk Nijland had bijzondere aandacht voor de relatie tussen land en water, hij schilderde veel rivier- en haventaferelen, in Zuid-Holland en op de Zeeuwse eilanden.
De collectie Veendorp is in het Groninger Museum zelf niet vaak te bezichtigen. In de lovende bespreking in NRC uit 2012 suggereerde de recensent dat de collectie misschien pas uit de kast wordt getrokken op momenten dat het museum wat krap bij kas zit. Dat doet hem verzuchten dat je bijna zou wensen dat musea wat vaker krap bij kas zitten.
De tentoonstelling 'Van Gauguin tot Toorop. Groninger Museum te gast' in Museum Gouda is nog te zien tot 6 januari 2019. Voor meer informatie: https://www.museumgouda.nl.
Voor meer informatie over de expositie in Groningen, ook te zien tot en met 6 januari: http://www.groningermuseum.nl