Door Lucie Th. Vermij
*Uit een ooghoek viel mijn oog op een aansprekend affiche over een historische tentoonstelling over het spoor in Utrecht in het Utrechts Archief. Natte spoorrails en wissels en een spoorwegovergang bij tegenlicht. Er werd overgestoken door bakfietsen en handkarren. Prachtige foto. De tentoonstelling is er al een tijdje, maar blijft ook nog even. 175 jaar Utrecht Spoorstad. Dat leek me wel wat, want er zijn nogal wat sporen en spoorovergangen in deze stad.
Sinds vier jaar woon ik in Utrecht. Een jaar of drie geleden ging ik ook naar het Utrechts Archief, naar een tentoonstelling genaamd ‘De getekende stad. Utrecht in tekeningen’, dit in het kader van mijn inburgering. Toen was ik een beetje teleurgesteld omdat ik zo weinig gebouwen herkende. Veel van de ooit getekende gebouwen en buurten waren/zijn er niet meer. Het in Utrecht alom aanwezige spoor lijkt me een betere ingang. En onbegrijpelijk. Dat spoor en het station dat de stad in tweeën splijt, al die onlogische spoorlijnen, viaducten, bruggen en tunnels, dat is natuurlijk door die 175 jaar heen zo gegroeid.
Amsterdam-Utrecht trouwens was niet de éérste spoorlijn, dat was Amsterdam-Haarlem in 1839. Het station Utrecht is van 1843. ‘Tóen is al gekozen dat Utrecht het knooppunt van de Nederlandse spoorlijnen moest worden’, vertelt de projectleider van de tentoonstelling, enthousiast dat er weer een bezoeker is. 'De haven van Amsterdam begon dicht te slibben en toen werd al duidelijk dat niet langer Amsterdam, maar Rotterdam de grote havenstad van Nederland zou worden. En met dat vooruitzicht moest Útrecht het knooppunt van de spoorwegen in Nederland worden en niet Amersfoort. Want het spoor moest vooral het goederenvervoer van de havens naar Duitsland ontsluiten.'
Nu hebben we de NS en ProRail die de uiterst complexe wereld van de sporen, treinen en reizigers in goede banen moeten leiden, met hun immense hoofdkantoren hier te Utrecht, maar zo is het niet begonnen. Het waren particuliere initiatieven die die spoorlijnen begonnen die niet altijd even effectief samenwerkten, wat leidde tot de oprichting van het Staatsspoor. Om een indruk te geven wil ik graag even de eerste lijnen en de bedrijven die ze exploiteerden noemen. Zo was de spoorlijn Amsterdam-Haarlem (1839) van de Hollandse IJzeren Spoorweg Maatschappij (HIJSM), de lijn Amsterdam-Utrecht (1843) van de Nederlandse Rijn Spoorweg Maatschappij (NRS), die ook de lijn Utrecht-Woerden-Rotterdam bouwde.
In 1863 werd de lijn Utrecht-Amersfoort-Zwolle gebouwd door de Nederlandse Centraal Spoorwegmaatschappij NCS). In 1868 legde de Nederlandse Staat (Staatsspoorwegen, afgekort tot SS) de spoorlijn aan tussen Utrecht en Den Bosch, met die ijzeren bruggen over de Lek, Waal en Maas. Toen kwam in 1874 de Hollandse HIJSM oostwaarts met een lijn van Amsterdam naar Amersfoort en een aftakking naar Utrecht en een eigen station aan de Maliebaan (nu het Spoorwegmuseum), die later werd doorgetrokken naar Lunetten.
En dan zijn er ook nog lokale spoorlijnen geweest naar De Bilt & Zeist en via Den Dolder naar Baarn. Vanaf 1890 kwamen er samenwerkingen en fusies, die uiteindelijk leidden tot de Nederlandse Spoorwegen (NS) met het hoofdkantoor De Inktpot in Utrecht. Alle dienstverlening werd geconcentreerd in het Rhijnspoorstation dat al gauw herdoopt werd tot Centraal Station. Dat werd in 1939 herbouwd door spoorarchitect Sybold van Ravesteyn (1889-1983). Er staat een kunstige maquette op de tentoonstelling en een filmpje over de maker.
De verschillende spoormaatschappijen hadden ook nog verschillende werkplaatsen: aan de Daalsedijk en aan de Croeselaan. Kortom: Utrecht werd een wirwar van handbediende spoorwegovergangen en mensen die zich daar langs en overheen en onderdoor moeten persen. Die hele 175 jaar is in deze tentoonstelling prachtig met kaarten en foto’s en super-8 filmmateriaal in beeld gebracht. Ook het ambacht van het werken aan het spoor en de dienstverlening in stations en treinen. Er komen decennia veranderend dagelijks leven aan je voorbij.
Het is een ontzettend leuke tentoonstelling voor wie houdt van oude en nieuwe kaarten, oude en nieuwe gebouwen, knelpunten en oplossingen en wéér knelpunten en weer nieuwe oplossingen. Zelf ken ik Utrecht CS alleen in combinatie met Hoog Catharijne, dat in 1975 gereed was en zo’n gruwel dat het in deze eeuw weer helemaal op de schop moest en nu weer bijna prettig is. Maar de voorganger van dat Hoog Catharijne-station was het prachtig statige station van Van Ravesteyn uit 1939. Dat is in 1975 helemaal afgebroken, evenals de mooie stationsbuurt. Het mooie ‘bollendak’ op het huidige nieuwe ‘stationsplein’ blijkt een verwijzing naar de entree van dat oude station. Die had dat ook. Nooit geweten.
Ook heel mooi zijn de vele oude zwart-wit foto’s en filmpjes over het verkeer. Wat een chaos met voetgangers, fietsen, handkarren, automobielen, gelijkvloerse spoorwegovergangen, spoorwegtunnels, voetgangersbruggen.... De onvoorstelbare fietsersdrukte rond Utrecht CS is niet alleen van nu, maar van alle tijden.
Dat het prachtige station van Sybold van Ravesteyn plaats moest plaats maken voor het gruwelijke Hoog Catharijne snap ik nu beter. De chaos in de stad moest bedwongen. En nu het nieuwe CS en omgeving bijna klaar zijn en Hoog Catharijne omzeild kan worden (men kan het natuurlijk ook bezoeken, het is er nu onverwacht prettig) waardeer je alle visie en inzet van de honderden - zo niet duizenden - mensen die eraan werken meer.
Om kort te gaan: de tentoonstelling 'Utrecht Spoorstad' kan ik van harte aanbevelen.
De tentoonstelling 'Utrecht spoorstad' is nog te zien t/m 17 november 2019
Utrechts Archief, Hamburgerstraat 28, 3512 NS Utrecht
Openingstijden: dinsdag t/m vrijdag: 10 – 17u; in het weekend en op feestdagen: 12.30 – 17u
https://hetutrechtsarchief.nl/tentoonstellingen/14-tentoonstellingen/368-verwacht-utrecht-spoorstad