In het Stedelijk Museum Breda is de tentoonstelling ‘Moederboom’ van de Curaçaose schilder José Maria Capricorne (1932) een verrassing. Zijn magisch-realistische werk zit vol bonte figuren in fantasievolle omgevingen en is bijzonder kleurrijk, levendig en vrolijk. Capricorne ziet het als zijn roeping de Caribische levenskracht te verbeelden.
Door Lucie Th. Vermij
De tentoonstelling van José Maria Capricorne is onderdeel van het beeldende kunstprogramma van het Bredase museum met kunstenaars die gelinkt zijn aan de stad, onder wie Ruud van Empel, Pieter Laurens Mol, Sef Peeters, Marenne Welten en Martin en Inge Riebeek. Capricorne woonde in Breda tussen 1974 en 1993, al wisselde hij toen zijn verblijf af met periodes op Curaçao. Inmiddels is hij 91 jaar en de oudste nog levende kunstenaar uit Curaçao. De Caribische cultuur is bepalend voor zijn werk. Symboliek, magie en mythische verhalen vormen een belangrijke bron van inspiratie.
Capricorne begon zijn artistieke carrière in 1951 als decoratie- en porseleinschilder bij de Eerste Curaçaose Aardewerkfabriek op Curaçao. In 1955 reisde hij eerst naar Brazilië en vervolgens naar Nederland om een studie te volgen aan de Amsterdamse Grafische School. Na zijn studie werkte hij als reclameontwerper en kunstschilder. In 1968 keerde hij terug naar Curaçao en richtte samen met de tekenleraar Eddy Ayubi de eerste Akademie voor Beeldende Kunsten van Curaçao op, waar hij van 1970 tot aan zijn pensionering in 1988 directeur was. Sinds 1993 woont en werkt hij in Nijmegen, waar hij nog steeds kunstwerken maakt die de Caribische levenskracht weergeven.
Er hangen tachtig schilderijen op de tentoonstelling.Op het eerste gezicht maken ze een vrolijke en zorgeloze indruk, maar achter het frivole zit ook verdriet en vertwijfeling over de achterstelling van zwarte mensen, vrouwen in het bijzonder. Een hoogtepunt is ‘Zwarte roos’, een portret van Rosa Pretu, een bekende figuur uit de volkswijk Otrobanda waar hij als kind opgroeide. Zij haalde de wc-tonnen op in de wijk en was een alom gerespecteerd figuur. Zij staat symbool voor iemand die de slavernij heeft doorstaan en daaraan kracht ontleent.
In zijn werk zitten vele verwijzingen naar het koloniale verleden van Curaça en naar de witte dominantie. De personages in zijn schilderijen zijn bruin, geel, blauw- alles behalve wit. ‘Ik wil niet generaliseren’, zei Capricorne onlangs in een interview met het blad De Kanttekening, ‘maar hoe arrogant is de mens die denkt dat kleur iets te maken heeft met menselijkheid. Als je bijvoorbeeld kijkt naar Zuid-Afrika in het verleden en naar het waanidee dat de ene mens meer waard is dan een ander. Dan praat ik over politiek: Zuid-Afrika, racisme, Amerikanen en Europeanen die waanideeën hebben ontwikkeld.’
Capricorne heeft het zijn leven lang belangrijk gevonden de wereld te laten weten hoe de nakomelingen van het slavernij- en koloniale verleden zich verder hebben ontwikkeld, bijvoorbeeld in hun creativiteit. De geschiedenis van Curaçao gaat volgens hem verder dan wat kennis over de Curaçaose vrijheidsstrijder Tula. Hij gelooft in emancipatie door kunst.
In de loop der tijd zijn er diverse boeken over hem geschreven. Zo publiceerde in 1999 literatuurwetenschapper Jan-Jaap Oversteegen (die al een biografie over de Curaçaose schrijver Cola Debrot had geschreven) Herscheppingen – De wereld van José Maria Capricorner met daarin de lovende kwalificatie: ‘Capricornes schilderijen lijken poëtische voorstellingen met mythische allure, metamorfosen in de klassieke betekenis’. In 2005 in een monografie over Capricorne door Ineke Phaf ter gelegenheid van een tentoonstelling in Berlijn: ‘Mensen lopen, dansen en bewegen. Ze verschijnen als nomaden, zigeuners, circusartiesten en komieken, maar ze staan stil bij heilige plaatsen om de rituelen van hun herkomst te vieren.’
De tentoonstelling is een aangename verrassing. Sommige werken doen denken aan Picasso, sommige aan Chagall en sommige aan Cobra-kunstenaars. Maar het is onmiskenbaar Caribisch. Ik kende Capricorne niet en op Curaçao zelf zou hij een beetje in de vergetelheid zijn geraakt, ook al ontving hij er in 1985 de Cola Debrot-prijs voor zijn inspanningen op het gebied van het kunstonderwijs. En in 1988 de Eerste Lustrumprijs van het Curaçaosch Museum. Hoe dan ook: Capricornes kleurrijke fantasievolle personages en landschappen zijn de moeite van het bezoeken meer dan waard, ze geven veel energie en goede zin.
De tentoonstelling ‘Moederboom’ van José Maria Capricorne is nog te zien tot en met 19 mei 2024.
Stedelijk Museum Breda,
Boschstraat 22,
4811 GH Breda.
Voor meer informatie:
http://www.stedelijkmuseumbreda.nl
https://www.josemariacapricorne.org/