Vincent van Gogh 400 dagen in Amsterdam: schat aan materiaal in Stadsarchief

 

Nieuwe Vaart bij de Kattenburgerbrug met 's Lands Zeemagazijn, Jacob Olie,28 mei 1895, rechts daarnaast het huis van oom Jan. Foto: Stadsarchief Amsterdam

Nieuwe Vaart bij de Kattenburgerbrug met 's Lands Zeemagazijn, Jacob Olie,28 mei 1895, rechts daarnaast het huis van oom Jan. Foto: Stadsarchief Amsterdam

*Voor de tentoonstelling die het Stadsarchief maakte over de tijd die Vincent van Gogh in Amsterdam doorbracht, voor korte familiebezoeken en een dik jaar om zich voor te bereiden op een studie theologie, is een schat aan materiaal bijeen gebracht: vroege stadsfoto’s van Jacob Olie, Breitner en Pieter Oosterhuis, foto’s van onder meer Vincents vergeefse liefde nicht Kee, prenten, kaarten, brieven aan broer Theo, kunst, reproducties van kunst en een krantenknipsel met een terugblik van zijn leraar Grieks en Latijn Maurits Mendes da Costa. Direct bij de ingang wacht Vincents inschrijving in het bevolkingsregister in 1877.

Onder de bruiklenen twee Amsterdamse olieverfschetsen van Vincent uit 1885, een landschapje van Rembrandt en zilveren bestek van Vincents oom Jan dat uit de VS en Canada kwam. Een onverwacht betekenisvol juweeltje: de enige bekende tekening van deze oom Jan, een raderstoomschip op de rede van Hellevoetsluis, in 1851 gemaakt toen hij adjudant was van de plaatselijke marinecommandant. Onder de kunstenaars die Vincent in zijn Amsterdamse brieven aan Theo aanprees, waren naast Rembrandt onder meer Jozef Israëls, Cornelis Springer en de gebroeders Maris. Ook van hen is werk te zien.

Marktdag op het Amstelveld, in de kerk preekte dominee Stricker, oom van Vincent, foto: Stadsarchief Amsterdam

Marktdag op het Amstelveld, in de kerk preekte dominee Stricker, oom van Vincent, foto: Stadsarchief Amsterdam

Bij zijn afscheid van Amsterdam – van 6 tot 8 oktober 1885, hij had inmiddels De Aardappeleters geschilderd, de studie was zijn zoveelste mislukte project geworden – ging Vincent naar het pas geopende Rijksmuseum met zijn vriend en leerling Arnold Kerssemakers, uiteraard om Rembrandt te bekijken. Nienke Denekamp beschrijft in haar nieuwe boek ‘Vincent van Gogh 400 dagen in Amsterdam’ ( Uitgeverij THOTH/Stadsarchief Amsterdam, veel levendige anekdotes, goed gekozen citaten, ruim 60 illustraties in kleur en zwartwit) hoe Vincent niet weg te slaan was bij het ‘Joodse Bruidje’ in de Van der Hoopzaal: ‘Volgens Kerssemakers ging hij er op zijn gemak bij zitten. Toen Kerssemakers na geruime tijd wilde opstappen, keek hij verbaasd op en zei: ‘Geloof je nu wel, en dat meen ik oprecht, dat ik 10 jaren van mijn leven wilde geven, als ik hier voor dit schilderij veertien dagen kon blijven zitten met een korst droog brood voor voedsel’, eindelijk stond hij op, ‘enfin’, zegt hij, ‘wij kunnen toch niet hier blijven’.

Vincent voert op de expositie hier en daar ook zelf het woord in wandteksten. Zoals in 1877, toen hij als 24-jarige student net zijn intrek had genomen bij oom Jan, marinecommandant en directeur van de scheepswerf op het marineterrein van ’s Lands Zeemagazijn, nu Scheepvaartmuseum. Hij schreef Theo: ’t Is een mooie stad hier, wat zou ik graag U allerlei dingen hier wijzen en laten zien.’ Na een bezoek aan het Begijnhof: ‘Het is ook goed om van doornen te houden zooals de doornheggen om het Engelsche kerkje of de rozen op het kerkhof, die zijn zoo mooi in deze dagen, ja als men zich eene kroon kon maken van de doornen des levens…..’

Het Rijksmuseum op de dag van de opening, 13 juli 1885, foto: Stadsarchief Amsterdam

Het Rijksmuseum op de dag van de opening, 13 juli 1885, foto: Stadsarchief Amsterdam

Een van zijn pijnlijke eigen doornen was de versmade liefde van zijn nicht Kee, dochter van dominee Johannes Paulus Stricker, getrouwd met Willemina Carbentus, een oudere zuster van Vincents moeder . Kee was weduwe geworden. Of ze met Vincent wilde trouwen? Nienke Denekamp citeert haar onverbiddelijke antwoord: ‘Neen nooit nimmer.’ Vincent in een brief aan Theo: ‘Nu, old boy, word nu ook maar verliefd, en vertel me dat dan ook eens (…) en heb wat sympathie voor me.’ Aansluitend liet hij overigens weten dat hij veel aan het werk was: ‘Ik teeken veel en geloof dat ’t beter wordt, ik werk veel meer met ’t penseel dan vroeger.’

De expositie ‘Vincent van Gogh 400 dagen in Amsterdam’ in het Stadsarchief (Vijzelstraat Amsterdam) duurt tot en met 17 april. Elke zondag om 13.00 start een Van Gogh-stadswandeling , opgeven 020-2521511 of info@stadsarchief.nl. Voor meer informatie: http://www.stadsarchief.amsterdam.nl Nienke Denekamps boek kost 14,95 euro. Voor meer informatie over het aanbod van de uitgeverij: http://www.thoth.nl

 

Reageren