Door Hannah van Herk
*U heeft nog een maand om de Vrijheid in Museum De Fundatie te zien. En hij is de tocht naar Zwolle waard, deze prikkelende, vrolijk makende en intrigerende overzichtstentoonstelling. Kunstcriticus en curator Hans den Hartog Jager koos zíjn vijftig toonaangevende 'kernkunstwerken' die de afgelopen vijftig jaar in Nederland zijn gemaakt. In de woorden van De Fundatie: 'Vrijheid. De vijftig Nederlandse kunstwerken vanaf 1968'.
Het thema – vrijheid – is in die vijftig jaar van betekenis veranderd. 'In 1968 stond vrijheid voor het breken met burgerlijke normen – en kunst is vrij, het is de plek waar dingen kunnen worden uitgeprobeerd: nieuwe vormen en nieuwe normen.' Nu, 50 jaar later, is Nederland uiteengevallen 'in losse kringen en clubjes, met allemaal hun eigen voorkeuren en eigen helden'. Er is steeds minder gezamenlijkheid en vrijheid wordt ook opgeëist om te kunnen vasthouden aan 'authentieke' Nederlandse waarden. Door die wirwar van visies en meningen bestaat er niet meer zoiets als 'de' kunstgeschiedenis, stelt Den Hartog Jager. 'En dat is een goede reden om er een te schrijven.'
Hans den Hartog Jager is kunstcriticus, schrijver en tentoonstellingsmaker. Als criticus werkt hij vooral voor NRC Handelsblad, Hij treedt regelmatig op als interviewer en recensent voor radio en televisie. Hij publiceerde meer dan tien boeken, waaronder Verf (2004) een bundel interviews met hedendaagse Nederlandse schilders, Het sublieme (2011), een essay over schoonheid in de hedendaagse kunst, Het streven (2014), over de worsteling van de hedendaagse kunst met maatschappelijk engagement en Zie de mens (2016), een overzicht van honderd portretten uit de afgelopen honderd jaar, bij de gelijknamige tentoonstelling in Museum De Fundatie.
Voor datzelfde museum stelde hij 'Vrijheid' samen en maakte daarmee zijn eigen canon, die hij zelf omschrijft als ‘een zeer betwistbaar voorstel’. Bekende kunstenaars als Erwin Olaf, Wim T. Schippers, Ulay en Abramovic hebben zijn selectie niet gehaald. Zijn keuze is bedoeld over te discussiëren, 'om iedereen de kans te bieden zich ertegen af te zetten, om ze te koesteren en er alternatieven voor te verzinnen – liefst zo boos, liefdevol en fanatiek mogelijk’. Daarnaast wil hij laten zien dat er geweldige kunst is gemaakt in Nederland de afgelopen vijftig jaar. Dat is zeker gelukt. Het plezier en de bezieling spat ervan af. Een tocht door de Fundatie is een ontdekkingsreis waarin ik mij kon verliezen, verbazen, ergeren (dat ook), geïntrigeerd raken door het werk van lieden van wie ik nog nooit had gehoord. En andere werken juist weer blij te begroeten als oude bekenden.
De uitgebreider-dan-gebruikelijk-toelichtingen aan de wanden van het museum waren hierbij welkom. Je hoeft niet op de hoogte te zijn van het gedachtegoed van Erik Andriesse om te kunnen genieten van zijn Amaryllis (1988). En dat geldt misschien ook nog voor de verpletterend mooie Fahne van Armando. En The Unexpected Return of Blinky Palermo from the Tropics (1992) van het kunstenaarstrio Seymour Likely is een prachtig visueel werk, maar is echt veel beter te begrijpen als je iets weet over de achtergronden. Voor La Piece (1971) van Ger van Elk móet je eigenlijk de achtergrond weten, want het voelt als verlakkerij (pun intended) als je dat niet kent. Als je het wel kent, hoef je bij het werk zelf overigens ook niet lang stil te staan.
In de catalogus 'Vrijheid' – een prachtig boek dat ook als naslagwerk fungeert, vertelt de Den Hartog Jager meer over de kunstenaars van zijn keuze. Het boek is ingedeeld in vijf delen waarin steeds 10 jaar van de 50 wordt getoond; in de tentoonstelling staan de werken gelukkig niet chronologisch gerangschikt. De geest van 1968 is op de begane grond duidelijk aanwezig in de levensgrote stoffen insecten van Ferdi of de perspectiefcorrectie van Jan Dibbets. Op de bovenste verdieping domineren de nieuwste werken.
De tentoonstelling 'opent' met een fantastisch wrang werk van Gert Jan Kocken. 'Paul Tibbets, Pilot, B29-Enola Gay, Hiroshima, 6 August 1945' (2010). Het is een manshoog uitvergrote ansichtkaart waarop de paddenstoelwolk van de atoombom is te zien, gesigneerd door Paul Tibbets. Tibbets was de piloot die vanuit de Enola Gay de Hiroshima-bom afwierp. Hij was daar zo trots op dat hij zijn prestatie ging ‘vermerchandisen’.
Een verrassing (voor mij) was My Woven Diary 01-09-1976 – 31-05-1977 (1976-1977) van Ria van Eyk – een wandvullend wonder. Het is een fascinerend modernistisch abstract geweven dagboek dat gedurende negen maanden haar 'weeftijd' documenteerde. Gebaseerd op een schema van negen basiskleuren, waarbij elke maand 7 kleuren, één voor elke dag van de week, alleen zondag blijft alle dagen wit. Elke maand valt er een kleur af en er komt er een andere kleur bij, waardoor het palet langzaam verschuift van zwaarder in herfst en winter naar vrolijker en lichter richting lente. Negen maanden lang weeft Van Eyk elke dag net zo lang als de rest van haar dagbesteding dat toelaat. Je komt niets te weten over Van Eyks leven of haar gemoedstoestand, maar wel over de tijd die ze heeft kunnen besteden aan het weven. Je kunt er echt helemaal ingezogen worden.
Dat geldt ook voor de schitterende video van Guido van der Werve Nummer acht, everthing is going to be alright (2007), een videoloop van ruim 10 minuten. Door een (tele)lens zien we een man die over een enorme ijsvlakte richting camera loopt. Achter hem vaart een stampende ijsbreker. Je kijkt naar de lopende, soms een beetje zwalkende man met die enorme boot deinend en ijsschotsen verbrijzelend op zijn hielen. Adembenemend. Je gaat er als vanzelf van alles bij bedenken, de kleine man, het monsterschip, de oneindige ijsvlakte met de zee daaronder.
Bij Navid Nuur vond ik in de catalogus foto's van werk dat ik zelf veel sterker vond dan dat waarmee hij in de tentoonstelling vertegenwoordigd is: Firezeal (2014-2018). Mijn eerste associatie was met de verweesde vazen die je in de spoelkeukentjes van verzorgingstehuizen aantreft. Uit de catalogus leerde ik echter dat het gaat om werk waarvan de glazuur bijzondere elementen bevat (dinosauruspoep, lava, batterijzuur, menselijke as) en dat de bedoeling is 'dat de toeschouwer afdaalt naar de bron van de cultuur om zich opnieuw te verhouden tot deze elementaire objecten, al ken je de grammatica niet, weet je eigenlijk nauwelijks waar je naar kijkt' Waarvan akte.
De videokunst van Fiona Tan – Linnaeus' Flower Clock (1998) echter deed mij de vazen (bijna) vergeten. Evenals het flower-power, hippieachtige idealistisch-excentrieke werk van Melanie Bonajo, 'Night Soil I – Fake Paradise' (2014). Dus: als je de tentoonstelling nog niet gezien hebt, ga zo snel mogelijk naar Zwolle en stap een wereld binnen waar veel te zien, te associëren, te bedenken en te verwonderen valt.
Vrijheid. De vijftig Nederlandse kernkunstwerken vanaf 1968. Museum de Fundatie, t/m 12 mei.
Catalogus/naslagwerk: Vrijheid. De vijftig Nederlandse kernkunstwerken vanaf 1968 (Athenaeum, 240 blz. € 27,50)
Voor meer informatie: http://www.museumdefundatie.nl