Welriekend of weerzinwekkend: Vervlogen Geuren in Kleuren nog week in Mauritshuis

Zelfportret Johannes van Wijckersloot, 1669, Mauritshuis, Vervlogen Geuren in Kleuren

Staat u voor een dilemma, u wilt een dagje cultuur ‘opsnuiven’, maar weet niet precies waarheen. Dan is de expositie Vervlogen Geuren in Kleuren  een ideale en aanlokkelijke expositie. De overzichtelijke expositie is verfijnd en origineel wat concept betreft. Vergeet niet te reserveren online, u hebt nog tot en met 29 augustus de tijd.

Door Gerda J. van Ham

Geur is één van de vijf zintuigen. Een specifiek thema in de kunstgeschiedenis, wat volgens mij nog niet eerder is beproefd. Geen onbelangrijk zintuig, want alles wat een mens proeft wordt eerst door het reukorgaan gekeurd. In de ene neusholte stroomt volgens de wetenschap de aromatische geur wat sneller dan de andere. Is het welriekend of weerzinwekkend? De frisse geur uit een linnenkast is beduidend anders dan de stank uit een Amsterdamse gracht. U kunt dat zelf zien én ruiken op deze expositie.

In de schilderkunst vergt het flink wat toverkunst om geur te verbeelden. Geur heeft namelijk geen vorm en ook geen kleur. Maar de geoefende kunstenaars uit de zeventiende eeuw wisten daar wel raad mee. Een onbekend pronkstuk uit de expositie toont het Zelfportret van de schilder Johannes van Wijckersloot uit 1669. Van Wijckersloot besloot zijn vakmanschap en verbeelding de vrije teugel te geven. Hij beperkte zich niet tot de geur alleen, maar nam en passant nog enkele andere zintuigen bij de kop. Van Wijckersloot kijkt onder zijn weelderige haardos, mogelijk een pruik, enigszins spiedend buiten beeld. Dat wekt geen verbazing, want hij heeft zijn handen vol aan de wonderlijke opstelling van attributen om hem heen, die hij met beide handen enigszins gekunsteld vasthoudt. Dat kost hem enige concentratie zoals valt af te leiden uit zijn gespannen pose. Van Wijckersloot is, zoals hier blijkt, zeer bedreven in de uitbeelding van stoffen en textuur. Dat was een proeve van vakmanschap. Dit zelfportret mag dan ook wel als visitekaartje worden opgevat. Moeiteloos schilderde hij textiel, metaal, huid, haar, perkament, bloemen, steen of hout. Zijn nagel glinstert, zijn huid ademt, zijn neus keurt de geur van de verwelkte rozen en het smeulende touw. Van Wijckersloot houdt twee volstrekt originele ensembles in zijn beide handen die enige toelichting verdienen. Werkelijk virtuoos schilderde hij zijn witte gepofte mouw tegen het diepzwart van zijn lakense pak. Geraffineerd sluit hij de gepofte blouse af met een kwistige strik. Maar wat houdt Van Wijckersloot nu precies vast in zijn rechterhand (voor de kijker links)? Allereerst zien we een brandende kaars, een metalen bril (met daarin reflecties) en een stuk gedrapeerd perkament met drie getekende afbeeldingen. Die oogstrelende mouw met het wonderlijke ensemble van de brandende kaars, is slechts bemeten op enkele vierkante centimeters. Het getekende oog kijkt ons wel rechtstreeks aan, zelfs met een glimlichtje. Onder zijn gespreide vingers zien we een opengesperde mond met witte tanden. De mond verwijst naar de smaak en de ogen verbeelden het gezichtsvermogen. Dan houdt het commentaar op in de catalogus. Maar wie goed kijkt en volgens mij bedriegen mijn ogen mij niet, heeft de schilder onderaan het perkament een getekende vulva geschilderd. Een vulva! Het lijkt in eerste instantie op een opengesperde walnoot. Het vrouwelijke attribuut staat voor iets, maar wat precies? U mag dat als kijker zelf invullen. Zelden zag ik zoiets raadselachtigs als dit merkwaardige ensemble. Maar Van Wijckersloot is nog niet door zijn repertoire heen. Ook in zijn linkerhand, voor ons rechts, regisseert hij op een plint een wonderlijk schouwspel. We zien een trommel, met op het gespannen vel een voorstelling van een jonge kunstenaar. Er boven rust een trommelstok. Trommelen heeft met het gehoor van doen, dat is duidelijk. De jonge kunstenaar met een rode flamboyante muts op, staat voor een schildersezel. Hij houdt het palet in zijn hand en knijpt zijn neus dicht. Ook hier weer de sublieme weergave van stoffen. Alleen al de uitdossing van de jonge kunstenaar, zijn geplooide witte kraag, zijn gekeepte mouw waaruit een ander stof zichtbaar wordt. Die verraderlijke schoonheid wordt op een vreemde wijze op de proef gesteld door de samengeknepen neus. Deze jongeman ruikt iets onwelriekends. Dat is zeker niet de bedwelmende geur van een verwelkte roos of het klokje van de campanula. Neen, dat moet het smeulende touw zijn, geheel rechts. Ja, dat is een vieze geur die de zeventiende-eeuwer goed kende uit touwslagerijen. Toch stelt Van Wijckersloot ons nogmaals op de proef. Waarom schildert de jonge schilder een schaap met narrenmuts die een vlijmscherp mes tussen zijn tanden houdt? Dit is werkelijk een cryptisch raadsel. Is de jonge schilder zo dom als een schaap? Het narrenmutsje van het schaap contrasteert met de tweepuntige muts van de ijdele jonge schilder. Wat heeft dat te beduiden? Is het een subtiel commentaar van Van Wijckersloot  zelf, die de jonge schilder, mooi van gestalte, maar nog onbekwaam in het vak, neerzet als een soort uilskuiken. En dat de oude Van Wijckersloot zich zelf vergelijkt met Minerva, de wijze vrouw met het schild, een tekeningetje dat bijna wegglijdt onder een rol papier. De kijker kan naar hartenlust zelf verbanden leggen en zijn verbeelding te vrije loop laten gaan. En dat betreft dan nog maar slechts één schilderij op de expositie. Er volgen er nog tientallen. Vergeet niet dat de dagelijkse atelierpraktijk van de schilder een beproeving was voor het reukorgaan. Alle oliën en andere odeurs bij het aanlengen van verf en het opmaken van het palet, krinkelden in de beide neusgaten van de schilder. Welriekend of weerzinwekkend?

Bent u nieuwsgierig geworden, haast u naar het Mauritshuis. Festina Lente, haast u langzaam en vergeet niet eerst te reserveren online.

Johannes van Wijckersloot, Zelfportret, 1669, doek 114,8 x 91,8 cm. Museum der bildenden Künste, Leipzig (Maximiliaan Speck von Sternburg Stiftung).

Voor meer informatie: http://www.mauritshuis.nl

 

 

 

Reageren